Beschouwing
Tromboseprofylaxe
Atriumfibrilleren is een veelvoorkomende hartritmestoornis waarbij het risico op trombo-embolieën, zoals een herseninfarct, verhoogd is. Antistollingsmiddelen verlagen het tromboserisico, maar verhogen het bloedingsrisico. Bij een hoger tromboserisico kan antistolling een nettovoordeel opleveren. Daarom adviseert het Nederlands Huisartsen Genootschap om patiënten met een CHA2DS2-VASc-score ≥ 2 te behandelen met antistolling.1 De European Society for Cardiology (ESC) adviseert om mannen met CHA2DS2-VASc ≥ 2 en vrouwen met CHA2DS2-VASc ≥ 3 te behandelen; bij 1 punt minder kan antistolling worden overwogen.2
Vitamine-K-antagonisten
In Nederland gebruiken circa 300.000 mensen een vitamine-K-antagonist.3 Vitamine-K-antagonisten zijn antistollingsmiddelen die de aanmaak van vitamine-K-afhankelijke stollingsfactoren remmen (zie uitleg). De benodigde dosis verschilt per persoon en in de tijd, afhankelijk van onder andere comorbiditeit en comedicatie. Het antistollingseffect uitgedrukt in de INR, de ‘international normalised ratio’, moet regelmatig worden gemonitord (zie uitleg…
Reacties