Samenvatting
Doel
Inzicht verkrijgen in de verschillen in acute zorg tussen oudere (≥ 65 jaar) en jongere patiënten (20-64 jaar). De acute-zorgketen behelst de huisartsenpost, regionale ambulancevoorziening, ggz-crisisdienst, Spoedeisende Hulp en Eerste Harthulp.
Opzet
Retrospectief cohortonderzoek.
Methode
We gebruikten gegevens van alle acute-zorgcontacten uit de ‘Monitor Acute Zorgketen’ in Acute Zorgregio Oost uit april 2015 en april 2016; het betrof 84.647 zorgcontacten van 55.061 patiënten. We definieerden ketenzorgcontact als meerdere acute-zorgcontacten met verschillende zorgaanbieders binnen de acute-zorgketen en onderscheidden dit van eenmalig of herhaaldelijk zorgcontact met een enkele acute-zorgaanbieder. We onderzochten verschillen in ingangsklachten, diagnoses, doorlooptijd, ziekenhuisopnames en overlijdens in de ketenzorg.
Resultaten
Een acute-zorgcontact was bij oudere patiënten frequenter een ketenzorgcontact dan bij jongere patiënten (26 vs. 16%; p ˂ 0,0001). Bij ouderen werd vaker de diagnose ‘CVA’, ‘pneumonie’ of ‘exacerbatie van COPD’ gesteld, terwijl jongere patiënten vaker enkelvoudige contusies en buikklachten hadden. De ketendoorlooptijd was langer bij oudere dan bij jongere patiënten (mediaan verschil: 33 min; 95%-BI: 25-40). Ouderen werden vaker opgenomen in het ziekenhuis (71 vs. 39%; p < 0,0001) en de sterfte onder ouderen was hoger (2,0 vs. 0,5%; p < 0,0001).
Conclusie
Oudere patiënten in de acute-zorgketen hebben vaker en langer ketenzorgcontact en zij presenteren zich met complexere en levensbedreigende ziektebeelden dan jongere patiënten. Om ervoor te zorgen dat de acute-zorgketen voor het stijgend aantal ouderen bereikbaar, beschikbaar en van voldoende kwaliteit blijft, moeten nieuwe oplossingsrichtingen verkend worden.
Reacties