Computergestuurde brachytherapie bij oog-melanoom

Computergestuurde brachytherapie bij oog-melanoom
Lucas Maillette de Buy Wenniger
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:C1905

Oogartsen van University of Southern California ontwikkelden een simulatieprogramma om de lokale bestraling van melanomen in het vaatvlies van het oog te optimaliseren. In JAMA Ophthalmology stellen ze dat hun aanpak voor de oogchirurg eenvoudiger is en minstens zo goed presteert als de huidige standaardtechniek (2013; epub 5 september

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Marina
Marinkovic

Het is verheugend te zien dat een relatief zeldzame maligniteit als het uveamelanoom het nieuws haalt in het NTvG. Enigszins teleurstellend is wel dat het in het NTvG nieuws besproken artikel van discutabele kwaliteit is.

Jesse L. Berry et all schrijven in JAMA Opthalmology 2013, epub 5 september, over hun ervaring met Eye Physics, een alternatieve manier van localiseren waar brachytherapie plaques op  het oog moeten worden aangebracht voor de behandeling van oogmelanomen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van CT of MRI scans en software en een oogmodel. Deze methode zou eenvoudiger zijn dan peroperatief indirect spiegelen gecombineerd met indentatie, de standaard manier van localiseren van de tumor.

De eerste kanttekening die geplaatst kan worden bij het artikel, is dat er in de kliniek van de auteurs slechts 82 uveamelanoompatienten met brachytherapy werden behandeld in 20 jaar; zo'n 4 per jaar dus. Ter vergelijking; in het LUMC zijn dit meer dan 100 patienten per jaar. Zonder voldoende ervaring is indirect spiegelen gecombineerd met indentatie inderdaad niet eenvoudig..

Echter; vervolgens wordt het oude vertrouwde spiegelen met indentatie door de auteurs wel gebruikt om  de middels Eye Physics bepaalde positie van de brachyplaque te controleren. Hierbij wordt geen uitspraak gedaan over het percentage operaties waarin op basis van deze standaard techniek re-localisatie van  de plaque plaatsvond.

Dan kunnen de auteurs vervolgens niet aantonen dat gebruik van de Eye Physics methode betere resultaten geeft dan de resultaten beschreven door de Collaborative Ocular Melanoma Study Group (COMS Group). Met name de beschreven follow up is hier een probleem.

Locale tumorcontrole bij uveamelanomen is overigens, ook in de besproken studie, opvallend goed.  De belangrijkste uitdaging in de  behandeling van uveamelanomen ligt dan ook in de behandeling van metastasen ervan. Als er op dat gebied een doorbraak is, hoop ik dat het NTvG nieuws daaraan ook tenminste een halve pagina zal wijden.

 

Marina Marinkovic, oogarts, LUMC