pathofysiologie en behandeling

Stoornissen van de impulsregulatie

Klinische praktijk
Louk J.M.J. Vanderschuren
Walter Matthys
Wim van den Brink
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:B70
Abstract

Samenvatting

  • Verstoorde impulsregulatie of impulsiviteit is een heterogene groep gedragingen die onder andere bestaat uit een verminderde inhibitie van gedrag en moeite met wachten op een beloning.

  • Bij deze vormen van impulsiviteit zijn verschillende neurale systemen en neurotransmitters betrokken.

  • Impulsiviteit vormt een belangrijk onderdeel van de pathofysiologie van de aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD), oppositioneel-opstandige gedragsstoornis, antisociale gedragsstoornis en verslaving.

  • Het verminderen van impulsiviteit door gedragstherapie of farmacotherapie kan een belangrijke bijdrage leveren aan de behandeling van deze stoornissen.

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum Utrecht.

Rudolf Magnus Instituut voor Neurowetenschappen, afd. Neurowetenschappen en Farmacologie: dr. L.J.M.J. Vanderschuren, psychofarmacoloog.

Afd. Kinder- en Jeugdpsychiatrie: prof.dr. W. Matthys, psychiater.

Academisch Medisch Centrum, afd. Psychiatrie, Amsterdam Institute for Addiction Research, Amsterdam.

Prof.dr. W. van den Brink, arts-epidemioloog.

Contact dr. L.J.M.J. Vanderschuren (l.j.m.j.vanderschuren@umcutrecht.nl)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 29 september 2008

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

S.M.P / L.K.
van den Berg / van Beers

Met interesse hebben we dit artikel gelezen. Het medicijn atomoxetine wordt meerdere malen besproken. In de paragraaf over ADHD wordt er relatief veel aandacht geschonken aan het middel; het langwerkende methylfenidaat wordt nagenoeg niet genoemd. Ons inziens en ook volgens het Farmacotherapeutisch kompas is dit middel te verkiezen boven atomoxetine vanwege de bewezen effectiviteit en ervaring (met name op langere termijn). Het kompas noemt atomoxetine zelfs derdekeusmiddel.

Later in het artikel wordt atomoxetine genoemd als effectief middel bij alcoholisten met ADHD. Tevens wordt gesuggereerd dat atomoxetine effectiever zou zijn dan methylfenidaat bij deze groep mensen. Het artikel waar aan gerefereerd wordt, vergelijkt atomoxetine met een placebo. Het zou interessanter geweest zijn als atomoxetine zou zijn vergeleken met methyfenidaat.

Het is tevens opmerkelijk dat met name de behandelgroep een ons inziens niet te accepteren hoge uitval heeft in een relatief korte periode (12 weken). Helaas hebben we niet het gehele artikel tot onze beschikking en kunnen we dus niet achterhalen wat hiervan de reden is. De conclusie van het artikel is dat het middel wel effect heeft op ADHD, maar geen eenduidig effect heeft op het alcoholgebruik. Ons inziens is dit aangehaalde artikel weinig ondersteunend om het gebruik van atomoxetine te propageren. Concluderend zijn wij van mening dat het middel atomoxetine in een te positief daglicht wordt gezet. Bent u de mol ('medical opinion leader')?

Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden

S.M.P. van den Berg en L.K. van Beers, artsen in opleiding tot huisarts

Onze reactie is geïnspireerd op de 'Mollen en marketing'-lezing op het NHG-congres in 2007.

L.J.M.J.
Vanderschuren

Wij waarderen de belangstelling van Van den Berg en Van Beers voor ons artikel. Zij vinden, naar onze mening ten onrechte, dat wij het middel atomoxetine in een te positief daglicht stellen. Dat er in de paragraaf over ADHD onevenredig veel aandacht wordt besteed aan atomoxetine is onjuist. Aan psychostimulantia worden veertien regels gewijd, aan atomoxetine slechts vier. Ook wordt het voordeel van de langdurige vorm van methylfenidaat tegenover de kortdurende vorm, namelijk een meer gelijkmatig effect, duidelijk genoemd. Vanwege de beperkte ruimte hebben we geen effectgroottes kunnen vermelden voor het acceptabele effect van atomoxetine (0,71) [1], in vergelijking met methylfenidaat (0,98) [2].

Wij kunnen ons voorstellen dat de collega's wat verbaasd waren over de adviezen voor de behandeling van patiënten met ADHD en verslaving. Door ruimtegebrek kon dit onderwerp niet uitgebreid besproken worden. Gerandomiseerd onderzoek naar de effectiviteit van methylfenidaat en bupropion bij patiënten met ADHD en cocaïneverslaving laat zien dat methylfenidaat en bupropion (in gebruikelijke doseringen) geen effect hebben op ADHD-symptomen en ook niet op het cocaïnegebruik [3]. Ook in een Nederlandse studie bleek methylfenidaat niet effectief als behandeling van ADHD bij patiënten met een comorbide verslaving [4]. Kennelijk is dopaminerge stimulatie bij dergelijke patiënten niet effectief. In een recente studie bij patiënten met ADHD en een comorbide alcoholverslaving is wel het verwachte effect van atomoxetine op ADHD aangetoond, hoewel er geen duidelijk effect op het alcoholgebruik was [5]. Er wordt in ons artikel voorzichtig gesproken over een mogelijk positief effect van atomoxetine bij deze patiënten.

Tenslotte wordt er in ons artikel nog een aantal andere, voornamelijk theoretische, behandelmogelijkheden bij patiënten met een dubbele diagnose genoemd. Het is vooral de ernst van de problemen van deze patiënten die behandelaars soms doen grijpen naar nog niet bewezen alternatieven voor de behandeling van degenen die het misschien wel het meeste nodig hebben.

Literatuur

[1] Michelson D, Allen AJ, Busner J, Casat C, Dunn D, Kratochvil C, et al. Once-daily atomoxetine treatment for children and adolescents with attention deficit hyperactivity disorder: A randomized, placebo-controlled study. Am J Psychiatry. 2002;159:1896-901.

[2] Ottenbacher KJ, Cooper HM. Drug treatment of hyperactivity in children. Dev Med Child Neurol. 1983;25:358-66.

[3] Levin FR, Evans SM, Brooks DJ, Kalbag AS, Garawi F, Nunes EV. Treatment of methadone-maintained patients with adult ADHD: double-blind comparison of methylphenidate, bupropion and placebo. Drug Alcohol Depend. 2006;81:137-48.

[4] Carpentier PJ, de Jong CA, Dijkstra BA, Verbrugge CA, Krabbe PF. A controlled trial of methylphenidate in adults with attention deficit/hyperactivity disorder and substance use disorders. Addiction. 2005;100:1868-74.

[5] Wilens TE, Adler LA, Weiss MD, Michelson D, Ramsey JL, Moore RJ, et al. Atomoxetine treatment of adults with ADHD and comorbid alcohol use disorders. Atomoxetine ADHD/SUD Study Group. Drug Alcohol Depend. 2008;96:145-54.

Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht
Dr. Louk Vanderschuren, psychofarmacoloog

Prof.dr. Walter Matthys, psychiater

Prof.dr. Wim van den Brink, arts-epidemioloog