artikel
Op 25 januari 2017 overleed Marc François Michel, emeritus hoogleraar klinische microbiologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In hem verliest de medische microbiologie een eminente en breed georiënteerde onderzoeker, en een kundige arts-consulent op het gebied van de diagnostiek en behandeling van infectieziekten. Zijn collegae en vrienden verliezen in hem een erudiete en integere vriend en collega.
Michel studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Na het behalen van het artsdiploma in 1952 ging hij in opleiding tot internist in het vroegere Sint Ignatiusziekenhuis in Breda en het Academisch Ziekenhuis Leiden. In deze periode maakte Michel kennis met wetenschappelijk onderzoek. Onder leiding van dr. W. Hijmans onderzocht hij op het Instituut voor Reuma-onderzoek de effecten van penicilline en aminozuren op de celwand en de groeiwijze van groep A-streptokokken. Dit onderzoek resulteerde in een promotie, in 1961, en in Michels keuze voor een wetenschappelijke loopbaan in de medische microbiologie. In Utrecht volgde hij bij prof.dr. K.C. Winkler de opleiding tot bacterioloog. Het onderzoek naar de celwand van streptokokken werd met dr. J. Willers en anderen voortgezet. In een tiental artikelen werd aan de indeling en classificatie van streptokokken een solide immunochemische onderbouwing gegeven. De inmiddels internationaal erkende expertise van Michel resulteerde in de uitnodiging voor een verblijf in de VS. Gedurende ruim een jaar was hij werkzaam bij prof.dr. R.M. Krause op het Department of Preventive Medicine van de Washington University School of Medicine in St. Louis, en een korte periode op The Rockefeller Institute in New York.
Terug in Nederland kreeg hij in 1968 een aanstelling bij de faculteit Geneeskunde van de Erasmus Universiteit Rotterdam en in 1971 volgde de benoeming tot hoogleraar klinische microbiologie en antimicrobiële therapie, een leeropdracht die de visie van Michel op het vakgebied weergaf. In de ruim 20 jaar tot zijn emeritaat in 1991 transformeerde Michel de medische microbiologie van een primair laboratoriumvak tot een klinisch georiënteerd specialisme. Consult, advies en beleid bij diagnostiek, behandeling en preventie van infecties en infectieziekten werden de kerntaken, met centraal daarin het thema van rationeel gebruik van antimicrobiële middelen. Het is Michels grote verdienste dat hij, in samenwerking met klinische afdelingen, een breed scala van fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek initieerde, dat resulteerde in meer dan 200 wetenschappelijke publicaties en 20 door hem begeleide promovendi.
Ook de opleiding tot medisch microbioloog werd aangepast: op initiatief van Michel besloot het Centraal College de opleiding te verlengen tot 4 jaar. Michel leidde 18 klinisch georiënteerde medisch microbiologen op. Op zijn eigen markante wijze – belangstellend en betrokken bij alles wat zich afspeelde – gaf hij leiding aan zijn afdeling.
Extern heeft Michel het aanzien en de betekenis van de medische microbiologie overtuigend behartigd. Zijn deelname aan vele besturen, commissies, redacties van tijdschriften – hij was vanaf 1989 enige tijd redacteur van het NTvG en sindsdien lid van de Vereniging Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde – en zijn bijdragen aan boeken, leerboeken en congresverslagen getuigen daarvan. In Nederland heeft Michel als onderzoeker en arts een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling en betekenis van de medische microbiologie. Zijn collegae en vrienden zullen Marc Michel blijvend herinneren als een erudiet, integer, betrokken en veelzijdig persoon. Moge ook de herinnering aan hem zijn echtgenote en kinderen tot steun zijn.
Reacties