Samenvatting
– In de afgelopen 40 jaar is in de interne geneeskunde in Nederland een aantal universitaire opleiders van zeer groot belang geweest, zoals Hijmans van den Bergh, Van Buchem, Borst, Mulder, Lindeboom, De Langen, Hulst, Jordan, Formijne, Majoor, Snapper, Groen en Querido, en een aantal niet-universitaire, zoals Stuyt, Van Hees, Eindhoven, Pannekoek, Schalm, Bruins Slot, Heeres, Stolte en Pompen.
– Het belangrijkste wetenschappelijke platform waar de erflaters elkaar in de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog ontmoetten, was de Algemene Ziektekundige Vereniging, die vergaderde in Utrecht.
– Belangrijke geneeskundige ontwikkelingen in die periode waren het vrijwel verdwijnen van tuberculose in Nederland, de opkomst van vaccins tegen pokken en polio, maar ook tegen de verschillende vormen van virushepatitis, en de ontwikkeling van intensieve zorg, transplantatie en moleculaire biologie.
– Sinds 1958 heeft de Nederlandsche Internisten Vereeniging een eigen wetenschappelijk tijdschrift.
– Moderne uitgangspunten in de interne geneeskunde zijn gepaste zorg en bewezen nut van een behandeling (‘evidence-based medicine’); normen, waarden en ethiek zijn kernbegrippen, evenals kwaliteitshandhaving en kostenbeheersing.
– De arts-patiëntrelatie is ook aan het veranderen, hetgeen tot uiting komt in de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst.
Reacties