Samenvatting
Het patiënt-controleonderzoek is een efficiënte studieopzet om het effect van kankerscreening te evalueren.
Met deze studiemethode is voor deelnemers aan een screeningsprogramma te berekenen met hoeveel procent de kans om aan kanker te overlijden vermindert door vroege ontdekking van het carcinoom.
Voor deelnemers aan bevolkingsonderzoek naar borst-, baarmoederhals- of darmkanker worden sterftereducties van 15-65% gepubliceerd.
Bij het patiënt-controleonderzoek gaat het om een observationele studie, dat wil zeggen: een niet-experimentele opzet. Daardoor bestaat het risico dat confounding en zelfselectiebias over- of onderschatting van de sterftevermindering geven.
Bij publicaties is het daarom belangrijk dat de onderzoekers aangeven in hoeverre zij er met hun studieopzet en data-analyse in slagen het optreden van deze vormen van bias te minimaliseren.
Patiëntcontrole-onderzoek bij screening
Er werden door de auteurs geen financiële belangen opgegeven. De nu dertig jaar durende soap over borstkankerscreening toont aan dat er een dramatisch verschil bestaat tussen opvattingen, meningen en interpretaties van wetenschappers die hun carrière hebben opgebouwd op kankerscreening en onafhankelijke onderzoekers, ook al gebruiken ze dezelfde gegevens. Bij de opgave van belangen hoort transparante informatie over de financiële bronnen van onderzoekers en hun instituten over de laatste vijf jaar. De betreffende auteurs behoren tot een wetenschappelijke fractie die leeft van kankerscreening en die er daarom aantoonbaar belang bij heeft dat kankerscreening blijft bestaan en wordt uitgebreid. Dat is belangrijke informatie voor de lezer. Een methodologisch artikel wordt beter geschreven door een onafhankelijk methodoloog, dan door wetenschappers met aantoonbaar belang in het methodologische onderwerp.
Voor alle gezondheidsinterventies zijn er steeds grote discrepanties tussen de resultaten van gerandomiseerde of pseudogerandomiseerde prospectieve studies en van retrospectieve case-controlstudies. Deze ontstaan door positieve zelfselectie van gezondheidsbewuste deelnemers (healthy volunteers) en door negatieve zelfselectie van de weigeraars. De bevolking weigeraars bevat zorgweigeraars, ernstig zieken, laagbegaafden, geesteszieken, enzovoort. De vergelijking, in geselecteerde controlebevolkingen van trials, tussen mensen die placebo nemen en mensen die dit niet nemen tonen steeds een groot gezondheidseffect door het nemen van placebo. Voor dit effect kan niet worden gecontroleerd, tenminste niet met de beschikbare gegevens van gesofisticeerde moderne trials. De verschillen in de niet geselecteerde bevolking tussen gezondheidsbewuste burgers en zorgweigeraars zijn nog veel groter.
Retrospectieve designs die gezonde vrijwilligers vergelijken met zorgweigeraars zijn daarom "self fullfilling prophecies", die grote effectiviteit voorspellen voor de onderzochte interventie. De onafhankelijke onderzoeksgroepen over borstkankerscreening, of het nu de Independent Panel on breast cancer screening (UK), de US preventive services task force of de Cochrane collaboration betreft, achten deze vorm van epidemiologisch bewijs daarom onvoldoende om in aanmerking te nemen voor hun reviews. Het enige dat we met zekerheid over retrospectief observationeel onderzoek over enige gezondheidsinterventie bij gezonde personen kunnen zeggen, is dat de gemeten effectiviteit steeds forse bias vertoont ten voordele van de gezondheidsinterventie onder studie. Hoe groot deze bias is, en of daarvoor kan worden gecontroleerd, blijft steeds een kwestie van geloof. Hoe meer financiële belangen er bij dat geloof zijn, hoe minder geloofwaardig het is.
Luc Bonneux