Samenvatting
Bij patiënten met een hooggradig glioom doen zich ook tijdens de laatste levensfase relatief frequent epileptische aanvallen voor. Door het optreden van slikklachten bij verdere tumorprogressie is het gebruik van orale anti-epileptica op een gegeven moment niet meer mogelijk. Wij hebben een conceptrichtlijn opgesteld en stellen voor om glioompatiënten met bekende epilepsie, die slikstoornissen ontwikkelen in de laatste levensfase, anti-epileptica in alternatieve toedieningsvormen voor te schrijven. Buccaal clonazepam heeft hierbij de eerste voorkeur als onderhoudsbehandeling, naast een aanvalsbehandeling met intranasaal midazolam. Een adequate behandeling van epileptische aanvallen, juist ook in de laatste levensfase, kan bijdragen aan een zo lang mogelijk behoud van kwaliteit van leven van patiënten met een hooggradig glioom.
Reacties