Samenvatting
Bij ruim tweederde van alle mensen met epilepsie worden de aanvallen goed onderdrukt door fenytoïne, carbamazepine of valproïnezuur.
Toevoeging van ethosuximide, clobazam, vigabatrine, oxcarbazepine, lamotrigine, felbamaat, tiagabine of topiramaat aan een bestaande anti-epileptische medicatie bij patiënten met therapieresistente aanvallen geeft bij 20 tot 60 van die patiënten een vermindering van tenminste 50 in aanvalsfrequentie.
De meeste nieuwe anti-epileptica hebben niet het bezwaar van enzyminductie in de lever, waardoor monotherapie en ook combinatietherapie gemakkelijker worden.
Welke plaats de nieuwe anti-epileptica zullen krijgen bij de behandeling van patiënten met epilepsie zal afhangen van de verhouding tussen de effectiviteit, de bijwerkingen, de interacties en de teratogene effecten van deze stoffen.
Reacties