Klachten van het bewegingsapparaat bij kinderen met overgewicht*

Onderzoek
Marjolein Krul
Johannes C. van der Wouden
François G. Schellevis
Lisette W.A. van Suijlekom-Smit
Bart W. Koes
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A641
Abstract

Samenvatting

Doel

Nagaan of kinderen met overgewicht of obesitas vaker last hebben van klachten van het bewegingsapparaat en of zij hiervoor vaker medische hulp zoeken.

Opzet

Dwarsdoorsnede-onderzoek.

Methoden

We maakten gebruik van het huisartsregistratiesysteem en van patiëntenenquêtes uit de Tweede Nationale Studie uit 2001. Van 2459 kinderen waren geschikte data beschikbaar. Voor onze analyses gebruikten we: zelfgerapporteerde lengte en gewicht (BMI), zelfgerapporteerde klachten van het bewegingsapparaat in de voorgaande 2 weken, huisartscontacten in verband met klachten van het bewegingsapparaat in het afgelopen jaar en de leeftijd van de kinderen. We verdeelden alle kinderen in 2 groepen, van 2-11 en van 12-17 jaar.

Resultaten

Van de 2459 kinderen hadden er 219 (8,9%) overgewicht en waren er 100 (4,1%) obees. De totale groep kinderen met overgewicht of obesitas had significant vaker klachten van het bewegingsapparaat in het dagelijks leven dan kinderen zonder overgewicht, respectievelijk 16,0% versus 14,3%; oddsratio (OR) 1,48 (95%-BI: 1,07-2,05). Verder uitgesplitst waren dit nek- en rugklachten (9,4% versus 8,6%; OR: 1,52 (1,00-2,28)), klachten van de onderste extremiteiten (8,8% versus 6,4%; OR: 1,64 (1,05-2,57)) en enkel- en voetklachten (6,3% versus 3,4%; OR: 2,21 (1,29-3,79)). Kinderen met overgewicht of obesitas in de leeftijd van 12-17 jaar bezochten de huisarts vaker voor klachten van het bewegingsapparaat dan kinderen zonder overgewicht, respectievelijk 31,8% versus 22,3%; OR: 1,62 (1,00-2,63). Dit waren vooral klachten van nek en rug (8,2% versus 3,9%; OR: 2,23 (1,08-4,64)) en van de onderste extremiteiten (17,6% versus 10,1%; OR: 1,92 (1,05-3,51)).

Conclusie

Kinderen met overgewicht of obesitas hadden vaker klachten van het bewegingsapparaat dan kinderen zonder overgewicht.

Auteursinformatie

* Dit onderzoek is eerder gepubliceerd in Annals of Family Medicine (2009;7:352-6) met als titel ‘Musculoskeletal problems in overweight and obese children’. Afgedrukt met toestemming.

Erasmus Medisch Centrum, afd. Huisartsgeneeskunde, Rotterdam: Drs. M. Krul, onderzoeker en arts in opleiding tot huisarts; dr. J.C. van der Wouden, methodoloog en onderzoeker; prof.dr. B.W. Koes, epidemioloog.

Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg, Utrecht:

Erasmus Medisch Centrum/Sophia kinderziekenhuis, afd. Kindergeneeskunde, Rotterdam:

Dr. L.W.A. van Suijlekom-Smit, kinderarts

Contact Drs. M. Krul (m.krul@erasmusmc.nl)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: het Ministerie van VWS en de Stichting Centraal Fonds RVVZ hebben financieel bijgedragen aan de Tweede Nationale Studie. De analyses voor dit artikel zijn mogelijk gemaakt door interne ondersteuning vanuit de afdeling Huisartsgeneeskunde van het Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam.
Aanvaard op 19 augustus 2009

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

H.W.A.
Voorhoeve

Met belangstelling uw artikel gelezen. Als voorbeelden van unieke stoornissen van het bewegingapparaat  bij overgewicht noemt u epifysiolysis en tibia vara (O-benen). Dit laatste is meer bekend bij rachitis. Destijds deden wij vanuit het kleuter-cb (1-5 jaar) een onderzoek naar de gewicht-lengterelatie bij kinderen met X-benen. De klinische indruk dat X-benen vooral voorkomen bij zware en lange kinderen werd daarmee bevestigd.1,2

Referenties
1. Voeding. 1984;45:390-2
2. Patient Care. 1998;25:56-7

Henk W.A. Voorhoeve, kinderarts (n.p.)