Samenvatting
-
Per jaar worden er in Nederland ongeveer 1000 splenectomieën verricht.
-
Naast de patiënten zonder milt bestaat een grote heterogene groep van patiënten met onderliggend lijden dat gepaard gaat met hyposplenie of functionele asplenie.
-
Al deze patiënten lopen risico op het krijgen van ernstige infecties zoals post-splenectomiesepsis, wat met een zeer hoge mortaliteit gepaard gaat.
-
Post-splenectomiesepsis is deels te voorkomen door een aantal eenvoudige preventieve maatregelen, zoals vaccinatie en het preventief of vroegtijdig gebruik van antibiotica.
-
Op dit moment is het voor behandelaars in de eerste en tweede lijn veelal onduidelijk welke preventieve maatregelen genomen moeten worden om deze infecties te voorkomen, waardoor patiënten geregeld onbeschermd zijn.
-
In dit artikel worden aanbevelingen gedaan met betrekking tot vaccinaties en antibioticagebruik voor deze patiëntengroep.
Richtlijn hypo- en asplenie
Het is heel belangrijk dat er nu landelijke afspraken zijn over de preventieve maatregelen die genomen moeten worden om infecties te voorkomen bij patiënten met hypo- of asplenie. Inmiddels zijn er enkele veranderingen aangebracht in de toelichting bij tabel 1 over de maatregelen bij kinderen. De registratie en indicatie van verschillende vaccins is aangepast. Hierdoor zijn de vaccins beschikbaar gekomen voor jongere kinderen. Het is bovendien goed om erop te wijzen dat alle richtlijnen infectieziektenbestrijding online steeds actueel worden gehouden. De richtlijn “Preventie van infecties bij mensen met functionele hypo- en asplenie” is gratis te downloaden via de website van het RIVM: http://www.rivm.nl/Onderwerpen/Ziekten_Aandoeningen/A/Asplenie Drs. DJMA Beaujean, Afdelingshoofd Richtlijnontwikkeling RIVM Centrum Infectieziektebestrijding Bilthoven desiree.beaujean@rivm.nl P.E. Vermeer-de Bondt, arts MG-epidemioloog RIVM Centrum Infectieziektebestrijding Bilthoven patricia.vermeer@rivm.nl