Een Klinische praktijk heeft de volgende opbouw:
- Korte inleiding (beginnend met “Beste collega's,”)
- Ziektegeschiedenissen
- Beschouwing
- Conclusie (beginnend met “Beste collega's,”)
Inleiding
Begin met ‘Beste collega's,’ en geef korte, pakkende introductie van 40-50 woorden. Maak hierin duidelijk waar de klinische praktijk over gaat en wat de relevantie van het onderwerp is.
Ziektegeschiedenissen
Beschrijf 1 tot 3 ziektegeschiedenissen. Als je meerdere patiënten beschrijft, moeten de ziektegeschiedenissen verschillende aspecten van het onderwerp belichten.
Een goed patiëntverhaal heeft een duidelijk begin, een middendeel en een oplossing. Laat ook de preklinische situatie naar voren komen: de voorgeschiedenis, maar ook bijvoorbeeld informatie over het werk en de sociale situatie zijn vaak zinvol. Beschrijf vervolgens het ziektebeloop: wat deed de patiënt aanvankelijk zelf om zijn of haar probleem op te lossen, wat deed de huisarts? Beschrijf in de afsluiting van de casus ook hoe het verder met de patiënt ging (kon hij of zij bijvoorbeeld weer aan het werk of naar school?).
Beschouwing
Na de beschrijving van de ziektegeschiedenissen ga je in op de belangrijkste aspecten van de les. Het centrale uitgangspunt moet zijn: wat leert de lezer hier nu van? Het is niet de bedoeling om in een Klinische praktijk een uitgebreid of systematisch overzicht van de literatuur te geven. Vaak kan de beschouwing op één pagina.
Wat had er anders gekund?
Lezers leren het meest van jouw fouten en omwegen. Het is essentieel dat je de diagnostische dillema’s goed bespreekt. Waarom dacht je wel aan dit ene specifieke ziektebeeld en niet aan een ander? Onder dit kopje bespreek je expliciet welke diagnostische stappen je per ongeluk hebt overgeslagen c.q. te veel heeft gezet. Wat had er bij de behandeling anders gekund en had dat tot een andere uitkomst geleid? Hoe had de patiënt beter bij de diagnostiek of behandeling betrokken kunnen worden? Had er eerder contact moeten zijn met andere specialisten, de huisarts,...?
Conclusie
Begin weer met ‘Beste collega's,’ en vervolg dan gelijk met je belangrijkste leerpunt. Je kunt hier met de deur in huis vallen: wat moeten hulpverleners anders doen?