Artikel voor onderwijs en opleiding

Lymfadenopathie in de eerste lijn

Illustratie van lymfeklierstelsel in het lichaam
Luisteren
Jarom Heijmans
Sarah Krausz
Judy M. van Es
Taco W. Kuijpers
Godelieve J. de Bree
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2023;167:D7823
Abstract

Dit artikel is een actualisatie van een eerder verschenen leerartikel Lymfadenopathie in de eerste lijn (D4901). In de rubriek ‘Leerartikel’ beantwoorden experts veelvoorkomende vragen over een bepaald onderwerp. Test je kennis met de onlinetoets.

Op de hoogte blijven van nieuwe leerartikelen, compleet met geaccrediteerde toetsvragen en luisterversie?


⚡Schrijf je gratis in op een e-mail alert door het dossier Leerartikelen te volgen.⚡

In de rubriek ‘Leerartikel’ beantwoorden experts veelvoorkomende vragen over een bepaald onderwerp. Test je kennis met de onlinetoets.

Toets voor nascholing

Aan dit leerartikel is een toets gekoppeld waarmee je nascholingspunten kan verdienen. De toets is beschikbaar tot 12 oktober 2025.

Maak de toets
Overzicht van te behalen accreditatiepunten
Specialisme Punt(en)
Alle BIG-erkende specialismen 1
  • Deze toets geldt voor alle BIG-erkende specialismen en levert je 1 nascholingspunt op. De toets is geaccrediteerd door ABAN, NAPA, KNMP en NVZA.
  • De toets telt mee binnen en buiten het eigen vakgebied voor medisch specialisten, huisartsen, sociaal geneeskundigen,specialisten ouderengeneeskunde, apothekers en physician assistants. De accreditatie geldt niet voor verpleegkundig specialisten.
  • De toewijzing van punten verloopt via PE-online (het herregistratiesysteem) na het invullen van je BIG-nummer.

Lymfadenopathie komt vrij frequent voor in Nederland; een huisarts ziet gemiddeld eens per maand een patiënt met deze klacht.1,2 Er is sprake van lymfadenopathie bij pijn of toegenomen grootte van één of meer lymfeklieren; we spreken van vergrote lymfeklieren bij een diameter van > 2 cm voor klieren in de lies en van > 1 cm voor lymflieren op andere locaties.3,4

Lymfadenopathie is een aspecifieke bevinding met een brede differentiaaldiagnose, die afhankelijk is van patiëntgerelateerde factoren als leeftijd, voorgeschiedenis, comorbiditeit en leefstijl. Ook het klinisch beeld en eventuele begeleidende symptomen hebben een sterke invloed op de volgorde van de differentiaaldiagnose.5 Bij het opstellen van de differentiaaldiagnose helpt het om onderscheid te maken in de lokalisatie (lokaal vs. gegeneraliseerd; welk lymfeklierstation?) en in het beloop of de dynamiek (acuut vs. chronisch).

Classificatie van lymfadenopathie

Lokale lymfadenopathie Hierbij is één lymfeklier of een groep lymfeklieren (klierstation) afwijkend. In de…

Luisterversie

Het audiobestand van dit artikel is alleen toegankelijk voor abonnees. Log in om het artikel te beluisteren.

Inloggen
Auteursinformatie

Amsterdam UMC, locatie AMC, Amsterdam, afd. Interne Geneeskunde: dr. J. Heijmans, internist-hematoloog (onderafdeling Hematologie); dr. G.J. de Bree, internist-infectioloog en klinisch immunoloog (onderafdeling Infectieziekten); afd. Huisartsgeneeskunde: dr. S. Krausz, internist-oncoloog en huisarts; dr. J.M. van Es, huisarts; afd. Kindergeneeskunde: prof.dr. T.W. Kuijpers, kinderarts-immunoloog.

Contact G.J. de Bree (g.j.debree@amsterdamumc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Verantwoording

De eerste twee auteurs, Jarom Heijmans en Sarah Krausz, leverden een gelijke bijdrage aan dit artikel.

Auteur Belangenverstrengeling
Jarom Heijmans ICMJE-formulier
Sarah Krausz ICMJE-formulier
Judy M. van Es ICMJE-formulier
Taco W. Kuijpers ICMJE-formulier
Godelieve J. de Bree ICMJE-formulier
Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
10 vragen over
Huisartsgeneeskunde
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties