Meten en riten

Perspectief
Fenneke Sysling
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2019;163:D3554
Abstract

Samenvatting

Dit essay is een geschiedkundige reflectie op de toenemende meetbaarheid van het menselijk lichaam en gedrag. Aan de hand van de geschiedenis van babyboeken laat ik zien hoe meten een ritueel karakter kan krijgen. De pagina’s in babyboeken voor het meten van gewicht en lengte waren afkomstig uit het domein van de geneeskunde. Voor artsen was het belangrijk dat moeders de verantwoordelijkheid namen voor de gezondheid van hun kind en daar ook de hulpmiddelen voor hadden, maar voor ouders ging het meten ook symboliseren dat de baby uitgroeide tot een kind met een eigen persoonlijkheid. De metingen en het noteren van de resultaten kregen daarmee een rituele aard. Dit suggereert dat ook het steeds gangbaardere meten van het lichaam met digitale apps is te beschouwen als rite van het moderne leven, waarbij de cijfers soms minder betekenis hebben dan de herhaalde handeling.

Auteursinformatie

Universiteit Utrecht, afd. Geschiedenis en Kunstgeschiedenis, Utrecht: dr. F. Sysling, historica.

Contact F. Sysling (f.h.sysling@uu.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: er zijn mogelijke belangen gemeld bij dit artikel. Een ICMJE-formulier met de belangenverklaring van de auteur is online beschikbaar bij dit artikel.

Auteur Belangenverstrengeling
Fenneke Sysling ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Geachte redactie,

Het essay van Fenneke Sysling, Meten en riten, in NTvG nummer 28, jaargang 163, geeft een mooi beeld van de ontwikkeling van metingen met als doel zicht krijgen op ontwikkeling en gezondheid tot metingen als basis van geschiedschrijving van de eerste levensjaren van een kind. Het is verfrissend soms stil te staan bij de achtergrond van bepaalde ontwikkelingen.

De invloed van S.Senior Coronel als grondlegger van de sociale geneeskunde wordt daarbij weergegeven. Er wordt na het uitschrijven van voor en achternaam verder verwezen naar hem met het laatste deel van zijn achternaam, namelijk Coronel, alsof Senior zijn tweede voornaam zou zijn. Hoewel inmiddels Senior uit de naam verdwenen is, was het in die tijd een onderdeel van de familienaam.

In de tekst komt het boek van Fonssagrives als “voorbeeldmodel”voor. Het lijkt mij dat deze aanduiding een pleonasme is.

Met vriendelijke groet,

G.J.Hafkamp.