Samenvatting
Introductie van ‘value’ als doel in de zorg vraagt om een verandering in denken. Kwaliteit wordt leidend. Transparantie zal leiden tot een verbetering van zorg in ziekenhuizen die hun resultaten onderling vergelijken. Door samen de kwaliteit zichtbaar te maken ontstaat de benodigde groepsdruk. Bij het terugdringen van de kosten kunnen beroeps- en patiëntenverenigingen niet achterblijven. Artsen en patiënten moeten meewerken aan het leveren van goedkopere zorg. Ook concentratie van zorg helpt de kosten te reduceren. Ziekenhuisgegevens zullen bewerkt moeten worden om patiënten te helpen bij de keuze voor een behandeling. Dat vergt forse investeringen in de ICT. Meer aandacht zal besteed moeten worden aan de gehele keten van zorg. En in de wetenschap moet de focus verschuiven van ‘evidence-based’ naar ‘quality-based medicine’. ‘Value-based healthcare’ zet de medische wereld op zijn kop en vraagt tijd, geduld en aanpassing. Dit zal zich terugbetalen door betere kwaliteit, lagere kosten, hogere tevredenheid en meer regie bij patiënten in de beslissingen over hun behandeling.
Voor effectiviteit VBHC nog maar anekdotisch bewijs
De introductie van Value-Based Health Care (VBHC) in de Nederlandse gezondheidszorg ‘zal zich terugbetalen door betere kwaliteit, lagere kosten, hogere tevredenheid bij zorgpersoneel en meer regie van patiënten bij beslissingen over hun behandeling’. Deze Porteriaanse slogan vormt de conclusie van het recente artikel over VBHC in dit tijdschrift.(1) Het is kenmerkend voor het heilige geloof in VBHC in Nederland. Job Kievit, emeritus-hoogleraar Kwaliteit van Zorg aan de Universiteit Leiden, stelde het in zijn afscheidsrede als volgt: ‘het nieuwe licht verblindt en iedere twijfel wordt verbannen naar de duistere wereld der ongelovigen’.
In het Erasmus MC werken al ruim 20 ziekteteams volgens de concepten van VBHC. Maar wij proberen ons niet te laten verblinden door het nieuwe licht. Voor de positieve effecten van VBHC is slechts nog anekdotisch bewijs. En er zijn ook risico’s. Bijvoorbeeld de aanname dat we aan regulier verzamelde uitkomsten conclusies kunnen verbinden over de effectiviteit (‘value’) van behandelingen en zorgprocessen. Uit decennia van epidemiologisch onderzoek weten we dat vele vormen van vertekening en ruis dat vaak onmogelijk maken. Over-interpretatie van associatie als causatie ligt op de loer.(2,3) Bij het vergelijken van uitkomsten tussen behandelingen speelt confounding-by-indication een grote rol. Daarvoor is vrijwel nooit volledig te corrigeren met statistische methoden, alleen met randomisatie. Bij verbetermaatregelen in het zorgproces kunnen regressie naar het gemiddelde of autonome tijdstrends verward worden met een effect van specifieke maatregelen. Verbeteracties zonder systematische evaluatie leiden in het beste geval tot verspilling van middelen aan het verbeteren van trivia en in het ergste geval zelfs tot slechtere uitkomsten.(4)
Wij doen in het Erasmus MC wetenschappelijk onderzoek naar optimale implementatie van VBHC. Daarbij maken we gebruik van bestaande wetenschappelijke kennis over deelaspecten van VBHC zoals interdisciplinaire samenwerking, ‘shared decision making’ en ‘personalised treatment’. We doen nieuwe studies om implementatie van VBHC systematisch te evalueren. Dat is wat VBHC en de kwaliteit van zorg verder brengt, niet het prediken van het heilige geloof.
Dr. Hester Lingsma (Universitair Hoofddocent Medische Besliskunde), Dr. Bob Roozenbeek (Neuroloog) en Prof. Dr. Jan Hazelzet (Hoogleraar Kwaliteit en Uitkomsten van Zorg), afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg (HL, JH) en afdeling Neurologie (BR), Erasmus MC, Rotterdam
1) Biesma DH. Ned Tijdschr Geneeskd. 2018;162(0):D2130.
2) Steyerberg EW, Claggett B. Brain. 2018;Mar 3[Epub ahead of print].
3) Grobbee DE, Hoes AW. BMJ. 1997;315(7116):1151-4.
4) Ioannidis JP. JAMA. 2013;309(13):1410-1.
reactie auteur
Erasmus MC en Santeon zijn twee partijen die veelal gezien worden als voorlopers in Nederland bij de implementatie van VBHC. Daarbij zie ik het als onze rol om onze bevindingen te delen met andere geïnteresseerde partijen en daarbij zowel de positieve geluiden te laten horen als de moeilijkheden te benoemen. Binnen Santeon zien we dat het meten van patiëntuitkomsten (het resultaat van behandeling dat het meest van belang is voor onze patiënt) en daar de focus op leggen tot wezenlijke nieuwe inzichten leidt voor de behandelteams. De patiënt daar direct bij betrekken verandert de dynamiek. Op deze manier met ons werk bezig zijn is inspirerend voor medisch en niet-medisch professionals. Zoals ik mijn betoog begon, is VBHC een visie waar nog maar weinig evidence voor is. En zoals ik concludeerde zijn de eerste resultaten bemoedigend. Uit het recente interview met Jan Hazelzet “De VBHC lessen van Jan Hazelzet” (QRUXX, 19 april 2018) waarin hij de zes VBHC pilots in het Erasmus MC allemaal als succesvol bestempelt, lees ik dat jullie hetzelfde enthousiasme voor VBHC met mij delen. Met de terechte kanttekening dat VBHC zich nog wel moet bewijzen.
Douwe Biesma, voorzitter Raad van Bestuur St. Antonius, voorzitter Santeon