Artrodese beste operatieve therapie bij hallux rigidus

Nieuws
Just Eekhof
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2018;162:D2547
Download PDF

artikel

Waarom dit onderzoek?

Bij hallux rigidus is er sprake van artrose van het metatarsofalangeale (MTP) gewricht van de grote teen. Bij het afwikkelen van de voorvoet vangt het eerste MTP-gewricht de grootste druk op, waardoor het het vatbaarst is voor artrose. Pijn en stijfheid van het gewricht maken het afwikkelen van de voet pijnlijk. De behandeling is vooral conservatief, bijvoorbeeld het dragen van schoenen met een stijvere zool of met een afwikkelbalk. Wanneer conservatieve therapie de klachten onvoldoende vermindert, wordt voor operatieve behandeling gekozen. In Nederland bestaat over het algemeen een voorkeur voor het vastzetten van het MTP-gewricht (artrodese). Een andere optie is het gewricht vervangen door een prothese (gewrichtsvervanging).

Onderzoeksvraag

Wanneer bij hallux rigidus voor operatieve behandeling wordt gekozen, welke ingreep geeft dan de beste resultaten?

Hoe werd dit onderzocht?

De auteurs zochten in MEDLINE/PubMed, Embase en de Cochrane Library naar onderzoeken (RCT’s, cohortstudies en patiëntenseries) waarin de uitkomst van operaties voor hallux rigidus was geëvalueerd met de ‘American Orthopedic Foot and Ankle Society-hallux metatarsophalangeal interphalangeal’(AOFAS-HMI)-score, ‘Foot function index’ (FFI), visueel-analoge schaal (VAS) voor pijn of ‘Short form’(SF)-36. Secundaire uitkomstmaten waren het optreden van complicaties en revisieoperatie.

Belangrijkste resultaten

De onderzoekers beoordeelden voor deze systematische review 33 onderzoeken, waarin 741 atrodeses en 555 totale gewrichtsvervangingen werden beschreven; 6 artrodese- en 7 protheseonderzoeken konden worden gepoold. Bij de gepoolde resultaten was artrodese superieur ten opzichte van het plaatsen van een prothese voor het klinische resultaat (AOFAS-HMI-score (SD): 43,8 (5,46) vs. 37,7 (15,9)) en vermindering van pijn (VAS (SD): -6,56 (-1,25) vs. -4,65 (-0,84)). Omdat weinig onderzoekers de FFI of SF-36 hadden gebruikt, kon hier geen vergelijking voor worden gemaakt. Bij artrodese traden minder complicaties op dan bij gewrichtsvervanging (23,1 vs. 26,3%) en waren er minder revisies nodig (3,9 vs. 11%). De belangrijkste complicaties bij artrodese waren pijn (16%) en het niet vastgroeien (6,6%), en bij gewrichtsvervanging het loslaten van de prothese (10-93%, afhankelijk van de gebruikte prothese).

Figuur 1
 
Figuur 1 |  

Consequenties voor de praktijk

Deze systematische review toont aan dat bij onvoldoende effect van conservatieve behandeling van hallux rigidus, artrodese een goede keuze is. Deze operatie geeft de beste resultaten en de minste complicaties.

Literatuur
  1. Stevens J, de Bot RTAL, Hermus JPS, van Rhijn LW, Witlox AM. Clinical outcome following total joint replacement and arthrodesis for hallux rigidus: a systematic review. JBJS Rev. 2017;5:e2. Medlinedoi:10.2106/JBJS.RVW.17.00032

Auteursinformatie

Contact J. Eekhof (j.a.h.eekhof@lumc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Tweemaal wordt de term orthese gebruikt voor het vastzetten van het gewricht. Een orthese is een uitwendig gedragen hulpmiddel ter correctie van standafwijkingen of abnormale beweeglijkheid van gewrichten of van de wervelkolom. Ook een 'beugel' ter correctie van het gebit heet een orthese. Hulpmiddelen ter vervanging van een ledemaat of lichaamsdeel heten prothesen. In het artikel wordt verder de term artrodese gebruikt voor het operatief vastzetten van het gewricht en dat lijkt mij correct.

Bert Zonneveld, huisarts, Skillslab Universiteit Maastricht

Ik sluit mij aan bij de verkeerde terminologie die gebruikt wordt in het artikel. Arthrodese = vastzetten van een gewricht.

Inderdaad heeft dit nog altijd de voorkeur bij conservatief uitbehandelde MTP-1 arthrose; de prothese blijft, helaas, inferieure resultaten tonen.

Een tijdelijke oplossing kan een kleinere ingreep zijn, een cheilectomie, met verwijderen van een dorsale spurr, uitwas van het MTP-1 gewricht. Hierbij is er vaak een winst van Range Of Motion.

Dit doet helaas niets aan het slijtageproces, maar stelt een meer definitieve procedure over het algemeen uit.

Maurik van Haagen, orthopedisch chirurg, Medinova Kliniek Zestienhoven