Samenvatting
Doel
Het optreden van decubitus beschrijven bij volwassen traumapatiënten met mogelijk wervelkolomletsel, inclusief de kenmerken van de decubitus en de materiaalgerelateerde decubitus.
Opzet
Prospectief beschrijvend onderzoek.
Methode
In de periode januari-december 2013 werden 254 traumapatiënten gedurende de opname elke 2 dagen bezocht voor een huidinspectie. Van elke decubitusplek werden de locatie, de ernst en een eventuele relatie met een medisch of immobiliserend materiaal genoteerd.
Resultaten
Bij 72 van de 254 geïncludeerde patiënten (28,3%) werd tijdens de ziekenhuisopname decubitus geconstateerd. Bij 51 patiënten (20,1%) hield de decubitus verband met het gebruik van hulpmiddelen, maar niet alle decubitus was hulpmiddelgerelateerd; 33 patiënten (13%) hadden uitsluitend hulpmiddelgerelateerde decubitus. Wij vonden bij de 72 patiënten met decubitus in totaal 145 decubitusplekken, waarvan 88 (60,7%) gerelateerd was aan materiaal. Materiaalgerelateerde decubitus werd op 16 verschillende plaatsen aan de voor- en achterkant van het lichaam gevonden.
Conclusies
Traumapatiënten hebben een hoog risico op het ontwikkelen van decubitus, in het bijzonder materiaalgerelateerde decubitus.
Decubitus bij traumapatiënten met een verdenking op wervelletsel
Bij een onderzoek van het UMC Utrecht werd in 2013 bij een groot aantal traumapatiënten decubitus vastgesteld dat veroorzaakt werd door de halskraag die op straat werd aangelegd om de cervicale wervelkolom te beschermen. De rand van de halskraag veroorzaakte overal drukplekken maar vooral op achterhoofd en kin [Ham Int Wound J 2016]. Het is duidelijk dat de kans op decubitus toeneemt als de kraag langer moet blijven zitten.
Het UMC Utrecht heeft echter een protocol dat nog maar in weinig traumacentra wordt gehanteerd waarbij de bescherming van de nek soms dagenlang moet blijven zitten [Ham 2016]. De meeste klinieken vinden een CT scan van hoge kwaliteit namelijk voldoende om letsel van de cervicale wervelkolom uit te sluiten zoals in Amerikaanse richtlijnen ook wordt geadviseerd [Patel 2015]. Bij een negatieve scan (88,5% van de gevallen) kan de halskraag bij eerste opvang op de spoedeisende hulp dan al verwijderd worden waardoor er nauwelijks kans is op ontwikkeling van drukplekken. In het UMC Utrecht wordt echter naast CT scan ook een klinische evaluatie noodzakelijk geacht. Bij patiënten die geintubeerd zijn of schedel hersenletsel hebben of om andere redenen klinisch niet te beoordelen zijn wordt de nek pas vrijgegeven als de patiënt voldoende helder is om klinisch te beoordelen. Ondanks extra maatregelen om decubitus te voorkomen (extra katoenen bescherming onder de kraag) blijft het immobiliseren een risicofactor en is het zeker een argument om het protocol in dergelijke klinieken aan te passen. Een vergelijkende studie tussen centra zou nog een extra duwtje in de rug kunnen betekenen.
Jan Paul Frolke, traumachirurg, Radboudumc
Ham WH et al. Pressure ulcers in trauma patients with suspected spine injury: a prospective cohort study with emphasis on device-related pressure ulcers. Int Wound J. 2016 Jan 14
Patel MB et al. Cervical spine collar clearance in the obtunded adult blunt trauma patient: a systematic review and practice management guideline from the Eastern Association for the Surgery of Trauma. J Trauma Acute Care Surg. 2015;78:430-41