Openheid over medische fouten: waar staan we?

Klinische praktijk
Johan Legemaate
Arno J. Akkermans
Roland D. Friele
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2015;159:A9089
Abstract

Samenvatting

  • Recente, breed gedragen richtlijnen bepalen dat artsen en andere zorgverleners open en eerlijk behoren te zijn over incidenten, dat wil zeggen: medische fouten.
  • Deze norm wordt versterkt door uitspraken van het tuchtcollege en zal naar verwachting binnenkort ook wettelijk geregeld worden.
  • In de praktijk is er nog sprake van tal van persoonlijke en institutionele belemmeringen bij het communiceren over incidenten.
  • De elders ontwikkelde open benadering (‘open disclosure’-benadering) kan ook in Nederland behulpzaam zijn bij het wegnemen van die belemmeringen.
Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, afd. Sociale Geneeskunde, Amsterdam.

Prof.dr.mr. J. Legemaate, gezondheidsjurist.

Vrije Universiteit, Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Amsterdam.

Prof.dr.mr. A.J. Akkermans, aansprakelijkheidsrechtjurist.

NIVEL, afd. Onderzoek, Utrecht.

Prof.dr.ir. R.D. Friele, sociale wetenschapper.

Contact prof.dr.mr. J. Legemaate (j.legemaate@amc.uva.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: ICMJE-formulieren zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Auteur Belangenverstrengeling
Johan Legemaate ICMJE-formulier
Arno J. Akkermans ICMJE-formulier
Roland D. Friele ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Wiml
van der Pol

Het artikel geeft een goede state-of-the-art beeld van de openheid over medische fouten (missers). Het is in theorie goed weergegeven, maar de praktijk is hier en daar iets anders. Enige verdieping is op zijn plaats. Een voorbeeld uit het artikel: "Anders dan door artsen wel eens wordt gedacht, zijn verontschuldigingen of excuses dus niet hetzelfde als erkenning van aansprakelijkheid". Dit kan zuiver juridisch zo liggen, maar een excuus kan een goed begin van een claim zijn. Het erkennen van de fout is een goede eerste stap voor de patient. Want er volgen nog vele stappen. Zoals het eigen onderzoek door het Waarborgfonds en het vaststellen van de hoogte van de schade en de hoogte van het uit te keren bedrag. En GOMA mag dan door bijna alle fondsen zijn erkend, het hele proces kan jaren duren. Menig brief van het fonds begint met een excuus (!) voor de vertraging in de afhandeling. We zijn in Nederland nog ver af van het NO-Fault systeem. De slotbrief van het fonds aan de patient of nabestaande is meestal heel treurig gesteld. Accepteert men het schadebedrag dan doet men afstand van alle gevolgen op welk vlak en voor welk detail dan ook. De brief stelt met een precisie vast wat de risico's voor het fonds zijn, die -gek genoeg- eerst door het fonds zijn weggeschoven als irrelevant. Het zijn treurige brieven en treurige procedures (ondanks het mooie GOMA), die ik als begeleider onder ogen krijg. Dat is de praktijk.

De praktijk is verder dat de belangen groot zijn en dat openheid eigenlijk in strijd lijkt met die belangen. Echte belangeloze begeleiders kunnen dat voorkomen, en een goed alternatief zijn ten gunste van patient en nabestaanden voor schadeletseladvocaten waar zorgverleners en zorginstellingen zo bang voor zijn.

Tot slot de bewijslast. De nieuwe wetgeving komt er niet voor niets. Het dossier is tot nu toe een van de belangrijkste bronnen waarop teruggevallen wordt. Maar vreemd genoeg wordt spaarzaam gebruikt gemaakt van andere bronnen, zoals getuigen en digitale beelden. Vooral over operaties kan in principe veel meer duidelijkheid verkregen worden dan het dossier. Het toelaten van getuigen en operatiebeelden (tegenwoordig in OK lampen geintegreerd) zijn bronnen voor openheid.

Maar bovenal wil ik pleten voor een forum voor gecertificeerde begeleiders. Tot nu toe merk ik daar heel weinig van.

Wim van der Pol

Johan
Legemaate

Van der Pol begint met te zeggen dat ons artikel een goede state-of-the-art beeld van de openheid over medische fouten geeft. Dank daarvoor. Vervolgens legt hij in zijn reactie de nadruk op de naar zijn mening gebrekkige afwikkeling van schadeclaims van patienten. Daar heeft hij zeker een punt: die afwikkeling kan op tal van punten worden verbeterd en versneld, maar dat valt buiten de scope van ons artikel. Wij hebben vooral willen benadrukken dat openheid met betrekking tot medische incidenten en fouten intrinsiek belangrijk is. In het algemeen zal het zo zijn dat openheid tot een beteren relatie tussen arts en patient leidt, en de afhandeling van een eventuele latere schadeclaim van de patient eerder zal vergemakkelijken dan bemoeilijken. Van der Pol noemt enkele malen het woord 'waarborgfonds'. Dat is verwarrend, omdat een dergelijk fonds in Nederland op het terrein van medische fouten niet bestaat. Wij nemen aan dat hij met waarborgfonds bedoelt: de aansprakelijkheidsverzekeraar van de zorgaanbieder. Op het beleid van die verzekeraars valt af en toe best wel wat aan te merken, maar het is van belang om op te merken dat de verzekeraars sinds de inwerkingtreding van de GOMA grote stappen vooruit hebben gezet waar het gaat om een adequate afwikkeling van schadeclaims.

Johan Legemaate

Het recente artikel van L, A en F. (schrijvers) bevat veel fouten, voornamelijk het verzwijgen cq verkeerd weergeven van feiten. Hier volgen enkele voorbeelden.
Schrijvers :
-suggereren  dat de aandacht voor medische fouten pas de laatste jaren sterk is toegenomen.
SIN-NL wijst erop dat de WGBO sinds 1995 geldt en dat SIN-NL sinds 2005 via oa websites, congresdeelnames, publicaties in de media wijst op de noodzaak tot verbetering van de positie van slachtoffers van medische fouten. Ook in 2007 constateerde L cs in het NTVG een sterk toenemende aandacht.
-pretenderen  dat medische fouten incidenten zijn. Niets is minder waar. Per dag sterven in NL ca 20 personen en worden per dag ca 20 personen ziek/invalide door medische fouten in ziekenhuizen, cijfers erkend door de EC in 2008. Het NIVEL publiceerde  later onderzoeken die lagere cijfers genereerden, maar de onderzoeken zijn gebaseerd op onvolledige medische dossiers, zie Zorgvisie  en www.sin-nl.org
-negeren grotendeels de WGBO inclusief de  wettelijke verplichting tot het verstrekken van eerlijke informatie aan patiënten dus ook slachtoffers van medische fouten, op basis van art  448 WGBO. Legemaate zelf benadrukte oa in zijn oratie Patientveiligheid en patientenrechten 2006 pag 13 : Het behoort tot de professionele verantwoordelijkheid van hulpverleners om te voorkomen dat
patiënten worden geschaad en om reeds ontstane schade zo veel mogelijk te beperken. Door de
patiënt niet of niet tijdig over fouten te informeren kan schade worden veroorzaakt of verergerd.
Legemaate verwijst ook op dezelfde pagina : bepaling 2c van de in 2004 tot stand gekomen Klachtenrichtlijn gezondheidszorg:“Ingeval sprake is van een fout of een complicatie, bespreekt de zorgverlener dit uit zichzelf met de cliënt”.
In het artikel 9 juli 2003 in Medisch Contact met als titel: Open en eerlijk, betoogt dezelfde Legemaate dat openheid van de arts inzake de fout zelfs  kan worden gezien als een onderdeel van diens wettelijke informatieplicht op grond van de WGBO en dat het niet verstrekken van informatie bv over medische fouten, strijdig is met het recht op zelfbeschikking van ieder mens.
Openheid behoort niet alleen tot de professionele verantwoordelijkheid van artsen zoals schrijvers beweren, maar ook tot de ethische en wettelijke verplichtingen van artsen, een feit waar SIN-NL al jarenlang op wijst.
Artsen staan tot op heden boven de wet mede dankzij gewetenloze rechters en een falende Inspectie Gezondheidszorg.
Openheid over medische fouten is een ethische, professionele en wettelijke plicht.

Sophie Hankes, juriste, info@sin-nl.org