Samenvatting
Doel
Het vergelijken van laparoscopische resectie en open resectie bij patiënten met een rectumcarcinoom op het gebied van oncologische veiligheid, morbiditeit, mortaliteit en postoperatief herstel.
Opzet
Prospectieve non-inferioriteitsstudie.
Methode
De ‘Colorectal cancer laparoscopic or open resection’(COLOR II)-trial werd opgezet in 30 centra in 8 landen. Patiënten met een solitair rectumcarcinoom gelegen binnen 15 cm vanaf de anus zonder aanwijzing voor afstandsmetastasen werden gerandomiseerd voor laparoscopische resectie of open resectie in een 2:1-ratio. Analyses vonden plaats op basis van ‘intention to treat’. De trial is geregistreerd bij ClinicalTrials.gov onder nummer NCT00297791.
Resultaten
In de periode 2004-2010 werden 1103 patiënten met een rectumcarcinoom gerandomiseerd voor laparoscopische of open resectie. Hiervan waren 1044 patiënten beschikbaar voor analyse (respectievelijk 699 en 345). Er was geen verschil tussen de groepen in de intactheid van het resectiepreparaat (88 vs. 92% intact; p = 0,250). Tumorcellen in het circumferentiële snijvlak werden gerapporteerd bij 56 (10%) van de 588 patiënten in de laparoscopische groep en 30 (10%) van de 300 in de open-resectiegroep (p = 0,850). Tussen de laparoscopische en de open-resectiegroep was er geen verschil in morbiditeit (278 van 697 patiënten (40%) vs. 128 van 345 patiënten (37%); p = 0,424) en mortaliteit (8 van 699 patiënten (1%) vs. 6 van 345 patiënten (2%), p = 0,409) binnen 28 dagen na de operatie.
Conclusie
Bij patiënten met een rectumcarcinoom dat niet doorgroeit in de omliggende weefsels en dat behandeld wordt door ervaren chirurgen, zijn de radicaliteit, de morbiditeit en de mortaliteit van de laparoscopische resectie vergelijkbaar met die van open resectie.
COLOR-II, overbodige dubbelpublicatie?
Geachte redactie,
Kunt u mij uitleggen waarom dit artikel geplaatst is? In de methode sectie ontbreekt informatie over de uitkomstmaten. De follow up gegevens na 3 jr zijn inmiddels bekend, maar er wordt alleen gerept over de uitkomst na 28 dagen. Kortom, hele basale informatie ontbreekt om het artikel op wetenschappelijke en klinische relevantie te toetsen. In deze vorm hoort een wetenschappelijk artikel niet in een wetenschappelijk tijdschrift thuis. Hooguit als samenvatting van 1 pagina.
Dit artikel gebruik ik nu als voorbeeld. Het is me al vaker opgevallen dat dubbelpublicaties als deze te summier worden weergegeven en er voor cruciale gegevens met betrekking tot de methode en/of statistische analyse naar het oorspronkelijke artikel wordt verwezen. Publiceer dat dan. Ik zeg dit met name omdat ik het NTvG vooral lees om mijn algemene medische kennis bij te houden buiten mijn eigen (verzekeringsgeneeskundige) vak. En dan wil ik wel graag artikelen lezen met alle relevante informatie om ze te kunnen beoordelen.
I Snels, verzekeringsarts
COLOR-II, overbodige dubbelpublicatie? (antwoord redactie)
Geachte collega
Dank voor uw opmerking. Dubbelpublicaties worden ons soms aangeboden door onderzoekers, soms vragen we er zelf om.Of we een onderzoek als dubbel publiceren als nieuws of als In het Kort baseren we op ons idee van de relevantie van het onderzoek. Onfeilbaar is dat oordeel niet...
Het gaat bij een dubbelpublicatie niet om een volledig verslag en we vragen auteurs dan ook altijd hun uitgebreide artikel in te korten. Dat moet zodanig gebeuren dat de leesbaarheid er niet onder lijdt en de lezer begrijpt wat er gebeurd is. De lezer hoeft niet met de ingekorte versie het onderzoek te kunnen repliceren, daarvoor is er immers het origineel.
Wat er precies verdwijnen moet is vaak onderwerp van dispuut tussen referenten, sectieredacteuren, hoofdredactie en auteurs.
Soms halen nieuwe publicaties uit een onderzoek -zoals hier - de 'oude' dubbel in. Daar kunnen we helaas weinig aan doen.
in dit geval hadden we wel iets duidelijker kunnen maken wat de uitkomstmaten waren . In het origineel staan die als volgt : 'The primary outcome in the COLOR II trial is the proportion of patients with local recurrence at 3 years after index surgery; these data are not yet mature and will be reported at a later date. Short-term secondary endpoints were operating time, conversion rate, blood loss, postoperative recovery of gastrointestinal function, postoperative pain medication, length of hospital stay, morbidity and mortality within 28 days after surgery, and histopathological outcomes (including completeness of the resection, circumferential, proximal, and distal resection margins, and number of resected lymph nodes).' In de tabellen lijkt ons overigens wel duidelijk te zijn wat de uitkomstmaten voor deze non-inferiority trial waren.
We blijven ons best doen relevante keuzen voor onderzoek voor álle specialismen te maken.
Joost Zaat, adjunct-hoofdredacteur