Samenvatting
-
Sarcopenie is geïntroduceerd als term voor ‘lage spiermassa’.
-
Er is geen eenduidige definitie van sarcopenie. Er wordt een verscheidenheid aan criteria gebruikt om de diagnose ‘sarcopenie’ te stellen.
-
Afhankelijk van de gehanteerde definitie worden prevalentiecijfers van 7 tot meer dan 50% bij ouderen gerapporteerd.
-
Sarcopenie blijft vaak onopgemerkt als de afnemende spiermassa wordt opgevuld door vet en bindweefsel; het lichaamsgewicht blijft hierbij gelijk of neemt zelfs toe.
-
Spiermassa kan worden gemeten met ‘dual-energy X-ray’-absorptiometrie (DEXA) of bio-elektrische impedantie-analyse (BIA).
-
Spierweefsel is behalve krachtleverancier ook als intern orgaan betrokken bij eiwitopslag, glucoseregulatie, hormoonhuishouding en cellulaire communicatie.
-
Bij de pathofysiologie van sarcopenie zijn systemische, cellulaire en neuromechanische factoren en de leefstijl betrokken.
-
Sarcopenie houdt verband met een hogere sterfte, afhankelijkheid in dagelijks functioneren, toxiciteit van chemotherapie en een verslechterde regulatie van de glucoseconcentratie.
Sarcopenie ouderen
Ik vraag me sterk af hoe in de praktijk bij deze degeneratie van het spierweefsel er een toename van gewicht kan optreden. Mijns inziens is het soortelijk gewicht van spierweefsel hoger dan dezelfde eenheid aan vet c.q. bindweefsel. Dus zou er juist een afname plaats moeten vinden.
Graag eventueel toelichting door auteurs.
Jan van der Wielen, sporttherapeut
Sarcopenie en gewicht (antwoord auteur)
In het artikel beschrijven wij dat het verlies van spiermassa vaak onopgemerkt blijft indien het lichaamsgewicht hetzelfde blijft of toeneemt. Gemiddeld genomen neemt het gewicht toe op hogere leeftijd. Het Centraal Bureau voor Statistiek meldt in 2011 een percentage overgewicht van 27.4% in de leeftijd van 20 tot 30 jaar, tegenover 53.5% bij 75-plussers. Naast afname van spiermassa, is er sprake van een toename van absolute vetmassa, bijvoorbeeld door inactiviteit, verhoogde intake, of een trager metabolisme. In dit geval is het meten van de lichaamssamenstelling nodig om te kunnen oordelen over de hoeveelheid spiermassa.
Andrea Maier, Hoogleraar Interne Geneeskunde i.h.b. Gerontologie VUMC