Uitkomsten van een systematisch expert-onderzoek

De aanpak van perinatale sterfte in Nederland

Perspectief
Jashvant Poeran
Eric A.P. Steegers
Gouke J. Bonsel
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:A4499
Abstract

Samenvatting

In 2009 kondigde de toenmalige minister van VWS maatregelen aan om de hoge Nederlandse perinatale sterfte terug te dringen. Onderdeel hiervan was het uitvoeren van de ‘Signalementstudie zwangerschap en geboorte’ waarbij een systematische expertraadpleging een belangrijke rol innam. Hoofddoel was het leveren van een lijst met onderzoeksonderwerpen en het prioriteren van wetenschappelijk onderzoek. Aanvullend vonden interviews plaats met vertegenwoordigers van de wetenschapscommissies van de betrokken beroepsgroepen en de hoofden van de perinatologische centra. Het eindproduct betrof een lijst van de 25 belangrijkste onderzoeksonderwerpen op het gebied van: (a) vroege herkenning van risico’s tijdens de preconceptie periode, zwangerschap en baring, (b) herkenning en bestrijding van maatschappelijke, psychosociale, sociale en sociaaleconomische risicofactoren, en (c) betere, risicogeleide samenwerking tussen de verschillende zorgverleners. De studie droeg bij aan een door ZonMw opgestelde onderzoeksagenda, wat uitmondde in een breed gedragen, beroepsoverstijgend onderzoeksprogramma op het gebied van zwangerschap en geboorte.

Auteursinformatie

Erasmus MC, afd. Verloskunde en Gynaecologie, subafd. Verloskunde en Prenatale Geneeskunde, Rotterdam.

Contact drs. Jashvant Poeran (v.j.j.poeran@erasmusmc.nl)

Verantwoording

Mw. J.M.C. van der Put en dr. E. Birnie coördineerden de expertraadplegingen.
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: Erasmus MC, afd. Verloskunde en Gynaecologie, subafd. Verloskunde en Prenatale Geneeskunde, ontving een subsidie van ZonMw (subsidienummer: 50-50150-98-011) ten behoeve van dit onderzoek.
Aanvaard op 23 februari 2012

Auteur Belangenverstrengeling
Jashvant Poeran ICMJE-formulier
Eric A.P. Steegers ICMJE-formulier
Gouke J. Bonsel ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

GerritJan
Eggink

 

Het artikel "De aanpak van perinatale sterfte in Nederland" noemt als een van de kernpunten van het advies van de "stuurgroep zwangerschap en geboorte" betere samenwerking tussen alle professionals in de zorg.

Dat heeft in onze regio er toe geleid dat het NetwerkAcute zorg Zwolle het initiatief heeft genomen om de overdracht verloskundige/meldkamer/ambulancezorg te verbeteren.

Dit heeft zij gedaan door bij een overdracht gebruik te gaan maken van de zogenaamde DeMist systematiek. Uit de traumatologie is de MIST overdracht( Mechanism/Injuries/Signs/Treatmant) al gemeengoed, en daarop is voor de verloskunde een variatie ontwikkeld, genaamd DeMist, waarbij De staat voor de Demografische gegevens van de patient,de M van Mother, de I van Infant,de S van Signs en de T voor de ingezette Treatment.

Deze methodiek is uitgebreid verspreid aan alle verloskundigen uit onze regio alsmede de meldkamer en de ambulancezorg.

Bij het ontwikkelen van deze systematiek kwam ook naar voren dat de ambulance relatief laat werd ingezet bij bevallingen in de thuissituatie waarbij complicaties optreden of verwacht worden. Dat heeft er toe geleid dat met alle verloskundigen in de regio is afgesproken dat al in een eerdere fase de ambulance wordt ingeschakeld. Naast eerdere beschikbaarheid van transport is er ook de mogelijkheid om als advanced life support team vanuit de ambulancezorg de verloskundige bij te staan.

Hiermee is een stap gezet om samenwerking van professionals in de zorg conform de aanbevelingen van de stuurgroep 'zwangerschap en geboorte' te verbeteren.

 

GerritJan Eggink Medisch manager ambulancezorg  RAV IJsselland

Ben Goosselink Verpleegkundig Specialist Acute Zorg RAV IJsselland

Ronald
Schütte

Perspectief van perinatale........ Grappig dat er nog steeds niet uit komt dat er ook een groot probleem bij de onwaarschijnlijk sterke verloskundigen lobby ligt. Bijzonder maar vooral onthutsend is dat als verloskundigen halverwege een bevalling een te bevallen vrouw insturen, dat zij dan toch een volledige vergoeding krijgen (samen met de gynaecoloog die dan dus ook een [geringere] vergoeding mag vragen, een dubbeldure bevalling! ) en zolang geld een ingebouwde drijfveer is kan je onderzoeken wat je wilt maar verbetert er maar bar weinig. Veel mensen blijven nu eenmaal sterk geneigd toch maar te proberen, want het proberen loont bijzonder goed.

 

Ronald Schütte, chirurg, ASZ Dordrecht