Hieronymus David Gaub (1705-1780) komt als zoon van een vooraanstaande protestante lakenkoopman ter wereld in Heidelberg, dat zich in die tijd nog herstelt van de Franse verwoesting in 1693.1 Als Hieronymus het niet uithoudt op een streng internaat in Halle, mag hij naar Amsterdam, waar zijn oom Johan stadsgeneesheer is. In 1722 schrijft hij zich in voor de studie geneeskunde, eerst in Harderwijk, 2 jaar later in Leiden. In 1725 promoveert hij bij Herman Boerhaave (1668-1738) op de vaste delen van het lichaam.2 Daarna verblijft hij een jaar in Parijs om zich verder te bekwamen in de ontleedkunde en de wondgenezing. Vervolgens werkt hij als arts in Deventer en Amsterdam, waar hij zijn oom bijstaat tijdens een epidemie van ‘rotkoortsen’ (tyfus).
In 1731 benoemen de Leidse curatoren hem tot lector in de chemie - de leeropdracht die Boerhaave 2 jaar eerder had neergelegd. Het begin van zijn inaugurele…
Gaubius en de medische chemie
Gaubius heeft als hofarts van Willem V eigenhandig in het Frans een zeer nauwkeurig verslag geschreven over de noodlottige bevalling van Prinses Wilhelmina van Pruisen. Het verslag bevindt zich in het Koninklijk huisarchief. De facsimile copie van dit verslag dat door Prins Willem V is gesigneerd en voorzien van zijn lakstempel is te vinden bij het onderstaande artikel: Het verslag van Gaubius inzake de eerste bevalling van Wilhelmina van Pruisen
in 1769; 'De ongelukkige kraem van de Princes mijne gemaelinne' gepubliceerd in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2004 148(12): 583-591.
Het geeft een zeer goede indruk over de nauwgezette en exacte wijze van handelen van Gaubius en zijn zorg voor de patiënt.
Frits Lammes, em hoogleraar Gynaecologie en Verloskunde
Gaubius en de medische chemie (antwoord auteurs)
Wij danken collega Lammes voor deze aanvulling. Zijn zeer lezenswaardige artikel over de bevalling van Wilhelmina van Pruisen hebben wij tijdens het schrijven van dit artikel dan ook geraadpleegd. Uiteindelijk moesten wij ter wille van de beknoptheid een verwijzing naar deze gebeurtenissen achterwege laten, omdat het ten koste zou gaan van de hoofdzaak, te weten de medische chemie. Ook Gaubius' belangstelling voor de samenhang tussen lichaam en geest heeft niet de aandacht kunnen krijgen die het verdient.
Jan van Gijn