Samenvatting
Doel
Het vaststellen van het jaarlijkse productiviteitsverlies van ziekenhuismedewerkers tengevolge van influenza en het schatten van kosten en baten van een vaccinatieprogramma vanuit werkgeversperspectief.
Opzet
Kosten-batenanalyse.
Methoden
Het percentage ziekteverzuim tengevolge van influenza werd bepaald aan de hand van maandelijkse geslacht- en leeftijdsspecifieke verzuimcijfers van ziekenhuismedewerkers in het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) over de periode januari 2006-juni 2008. Influenzaperiodes werden vastgesteld aan de hand van nationale surveillance-data. De gemiddelde toename in verzuim tijdens deze perioden werd geschat ten opzichte van de rest van het jaar. Met behulp van de frictiekostenmethode werden de directe kosten van productiviteitsverlies geschat vanuit werkgeversperspectief. In de gevoeligheidsanalyses werden verscheidene modelparameters gevarieerd, zoals de vaccinatiegraad.
Resultaten
In het UMCG met ongeveer 9400 ziekenhuismedewerkers werden de jaarlijkse kosten tengevolge van productiviteitsverlies door influenza vóór de introductie van het jaarlijkse vaccinatieprogramma geschat op € 675.242, ofwel gemiddeld € 72 per medewerker. De netto baten van het huidige vaccinatieprogramma waarbij 24% van de beoogde populatie wordt gevaccineerd en met een vaccineffectiveit van 71% bedroegen in het totaal € 89.858 wat € 10 per werknemer betekende. De netto baten van een vaccinatieprogramma waarbij 70% van de beoogde populatie wordt gevaccineerd en met een vaccineffectiviteit van 71% stegen naar € 244.325 wat € 26 per werknemer betekende.
Conclusie
Deze modelmatige studie vanuit werkgeversperspectief liet zien dat een jaarlijks vaccinatieprogramma tegen seizoensinfluenza kostenbesparend kan zijn.
Verbetering
Verbetering
Onder 'Data en methoden' staat bij 'Directe kosten' de afdeling Arbeid en Organisatie (A&O) genoemd. Dat moet zijn: afdeling Arbeid en Gezondheid (A&G).
De redactie.
Griepvaccinatie ziekenhuismedewerkers
If you can't convince them, confuse them
De uitkomsten van kosten-effectiviteitsanalyses hangen af van aannames over effectiviteit. Hier wordt verwezen naar een andere "scenariostudie" uit Vaccine. Dit opent de deur voor "cherry picking", het veelvuldig citeren van studies met wenselijke resultaten. Economische modelering is erg kwetsbaar voor dergelijke vooringenomen keuzes.
De Cochrane bibliotheek bevat een analyse over influenzavaccinatie bij volwassenen. (Jefferson T et al. Vaccines for preventing influenza in healthy adults. Cochrane Database of Systematic Reviews 2010, Issue 7. Art. No.: CD001269.). Dit is een betrouwbaardere keuze. Vaccine is een vakblad met belangen bij vaccinatie, de Cochrane bibliotheek heeft belangen bij onafhankelijke analyse. Dergelijke onafhankelijke analyse tracht selectieve citatie te voorkomen. Deze analyse over griepvaccinatie waarschuwt overigens voor publicatiebias door de industrie, die enkel welgevallige studies publiceert.
De Cochrane bibliotheek presenteert de resultaten als numbers needed to treat. Het voordeel is dat dat iedereen deze uitkomst begrijpt. In gewone omstandigheden worden 100 mensen gevaccineerd om één symptomatische griepepisode te voorkomen. Een rato van 10 tot 15 Euro per prik betekent dat 1000 - 1500 Euro per voorkomen symptomatische episode. Bij een normale ziekteduur van enige dagen tot een werkweek zijn kosten en baten dan ongeveer equivalent. Deze 'analyse' kostte ongeveer 6 minuten.
De grote winst in dit artikel wordt behaald door de mediane ziekteduur van 10 dagen: de gemiddelde ziekteduur zal nog veel langer zijn dan de mediane door de lange 'staarten' van dergelijke verdelingen van ziekteduren. De ziekteduur is dan heel wat meer dan het dubbele van wat wordt waargenomen in de dagelijkse praktijk of de gerandomiseerde trial met gezonde volwassenen. Dat is niet erg geloofwaardig.
Luc Bonneux
Griepvaccinatie ziekenhuismedewerkers (antwoord)
Collega Bonneux onderstreept met zijn reactie het belang van de effectiviteitschatting van influenzavaccinatie in doelmatigheidsberekeningen. Zowel de door hem aangehaalde “Cochrane collaboration” (Jefferson et al., 2010) als de door ons aangehaalde overzichtsartikel uit Vaccine schatten deze op rond de 70-75%. Omdat ook wij ons bewust zijn van de onzekerheid m.b.t. de vaccineffectiviteit (per influenzaseizoen kunnen verschillen optreden) hebben we in de sensitiviteitsanalyse met een grote variatie in vaccineffectiviteit rekening gehouden. Ook hebben wij de effecten van het halveren van de geschatte ziekteduur in een andere sensitiviteitsanalyse doorgerekend en bediscussieerd in het artikel. Bonneux’s 6-minuten vingeroefening met Cochrane cijfers onderschrijft onze boodschap over de grote doelmatigheid van influenzavaccinatie bij gezondheidszorgpersoneel. Wij hebben dit met real-world gegevens van het UMCG modelmatig onderbouwd. Dat onze wetenschappelijke analyse aansluit bij de vingeroefening van collega Bonneux verhoogt slechts de validiteit van onze analyse. Naar ons idee dus eerder “convincing” dan “confusing”.
E. Hak, J.C. Wilschut, M.J. Postma