Bij voorkeur met een immunologische test op fecaal occult bloed

Bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker

Opinie
Jan B.M.J. Jansen
Leo G.M. van Rossum
Robert J.F. Laheij
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A474
Abstract

Samenvatting

In 2003 heeft de Europese Commissie haar lidstaten geadviseerd om de bevolking te gaan screenen op dikkedarmkanker. Inmiddels zijn al ruim 12 miljoen Europeanen onderzocht, niet alleen door onderzoek op de aanwezigheid van occult bloed in de ontlasting, maar vaak ook door middel van endoscopie. Vrijwel steeds betrof het opportunistische screeningsprogramma’s. In ons land overweegt men om binnenkort een georganiseerd screeningsprogramma voor het opsporen van darmkanker in te voeren. De vraag lijkt niet meer óf men bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker moet implementeren, maar voor welke screeningstest men moet kiezen. Wij beargumenteren dat de voorkeur uitgaat naar een immunologische test om occult fecaal bloedverlies op te sporen.

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum St Radboud, afd. Maag-, Darm- en Leverziekten, Nijmegen.

Prof.dr. J.B.M.J. Jansen, maag-darm-leverarts; drs. L.G.M. van Rossum, epidemioloog, dr. R.J.F. Laheij, epidemioloog en arts in opleiding tot maag-darm-leverarts.

Contact prof.dr. J.B.M.J. Jansen (j.jansen@mdl.umcn.nl)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 10 mei 2009

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

De auteurs houden een pleidooi voor de invoering van de immunologische fecestest op occult bloed (iFOBT) voor bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker. In het kort worden alternatieve screeningsmethoden beschreven, waarbij de algemene conclusie is dat deze niet geschikt worden geacht voor toepassing. De argumentatie betreffende CT-colografie is hierbij wel erg ‘kort door de bocht’, waardoor wij ons genoodzaakt zien tot een reactie ter verduidelijking en weerlegging.

Voor een kwalitatief goede CT-colografie is darmvoorbereiding noodzakelijk, wat belastend kan zijn. Echter, in vergelijking met bijvoorbeeld een coloscopie kan deze voorbereiding veel minder uitgebreid zijn en daarmee beduidend minder belastend. Een vezelarm dieet en drie flesjes contrastmiddel à 50 ml zijn afdoende.

Ten aanzien van het opkomstpercentage stellen Jansen et al. dat uit eerder onderzoek in buitenlandse studies gebleken is dat er bij CT-colografie sprake zal zijn van een geringe screeningsbereidheid van de bevolking. Twee Australische studies rapporteren over de participatie bij een bevolkingsonderzoek met CT-colografie met uitgebreide darmvoorbereiding 1,2]. Deelname was met respectievelijk 16,3 en 28,4% laag. Of deze percentages representatief zijn voor de Nederlandse situatie, is echter maar zeer de vraag. In de eerste studie was de participatie voor guajak-FOBT 27,4%, ongeveer de helft van de participatie in Nederland [3]. Aannemelijk is dat eenzelfde fenomeen zal gelden voor CT-colografie. Daarnaast moet een screeningtest beoordeeld worden op de combinatie van opkomst en opbrengst. Dat iFOBT een hogere opkomst zal hebben dan een test als CT-colografie is aannemelijk De opbrengst van iFOBT is echter aanzienlijk lager [4]. In Nederland werden in 2007 bijna 1 miljoen CT-onderzoeken verricht. Bij verruiming van de openingsuren is nog een toename in capaciteit te verwachten. Pas als dit onvoldoende blijkt te zijn (vooral afhankelijk van opkomst en afkappunt), is aanschaf van nieuwe apparatuur noodzakelijk.

De stralenbelasting van CT-colografie voor bevolkingsonderzoek is niet verwaarloosbaar [5]. De kans op het ontstaan van stralinggeïnduceerde kanker later in het leven is echter gering (voorzichtig geschat 1:12.500, maar waarschijnlijk nog lager).

Potentieel relevante extracolonische afwijkingen waarvoor aanvullende diagnostiek wordt verricht, zijn er bij 6,1% van de deelnemers en niet, zoals door de auteurs gesteld, bij 66% [6].

Literatuur

[1] Edwards JT, Mendelson RM, Fritschi L, Foster NM, Wood C, Murray D, et al. Colorectal neoplasia screening with CT colonography in average-risk asymptomatic subjects: community-based study. Radiology. 2004;230:459-64.

[2] Multicentre Australian Colorectal-neoplasia Screening (MACS) Group. A comparison of colorectal neoplasia screening tests: a multicentre community-based study of the impact of consumer choice. Med J Aust. 2006;184:546-50.

[3] Van Rossum LG, van Rijn AF, Laheij RJ, van Oijen MG, Fockens P, van Krieken HH, et al. Random comparison of guaiac and immunochemical fecal occult blood tests for colorectal cancer in a screening population. Gastroenterology. 2008;135:82-90.

[4] Graser A, Stieber P, Nagel D, Schäfer C, Horst D, Becker CR, et al. Comparison of CT colonography, colonoscopy, sigmoidoscopy, and fecal occult blood tests for the detection of advanced adenoma in an average risk population. Gut. 2008;58:241-8.

[5] Stoker J, Kipp JBA, Geleijns K, van der Molen AJ, Venema HW. Stralingsbelasting door computertomografie in Nederland: afweging tussen voordelen en risico’s. Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:B103.

[6] Pickhardt PJ, Hanson ME, Vanness DJ, Lo JY, Kim DH, Taylor AJ, Winter TCD, Hinshaw JL. Unsuspected extracolonic findings at screening CT colonography: clinical and economic impact. Radiology. 2008;249:151-9.

Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, afd. Radiologie, Amsterdam

Margriet C. de Haan

prof.dr. Jaap Stoker, radioloog