In het eerste jaar na hun afstuderen neemt de kennis over het voorschrijven van geneesmiddelen bij jonge dokters niet toe. Hun voorschrijfvaardigheden gaan zelfs achteruit. Dat zijn de belangrijkste conclusies uit een onlangs gepubliceerd onderzoek.
De meeste voorschrijffouten worden gemaakt door net afgestudeerde dokters. Erik Donker (Amsterdam UMC) en collega’s vroegen zich af of het voorschrijfgedrag van jonge dokters verbetert in het eerste jaar na afronden van de geneeskundestudie. Zij benaderden alle 1584 geneeskundestudenten die in de periode juli 2016-maart 2017 afstudeerden aan 8 Nederlandse…
Artikelinformatie
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2022;166:C5199
Vakgebied
Farmacotherapie onderwijs moet beter
Ik loop al heel wat jaartjes mee en herinner me dat de conclusie van dit artikel al sinds de jaren 80 herhaald wordt in vergelijkbare artikelen.
Farmacotherapie onderwijs kan behoorlijk saai overkomen, en binnen de universiteiten is onderwijs sowieso nog steeds een soort sluitpost. Het is goed dat we er weer een lans gebroken wordt voor meer en beter farmacotherapie onderwijs, maar boeiend genoeg is de conclusie van vandaag nog steeds de conclusie van weleer. Zeker onder druk van de opvattingen dat artsen geen medicijnen mogen studeren maar geneeskunde, is er een perceptie ontstaan dat voorschrijven van farmaca beter vervangen kan worden door allerlei andere interventies.
Nu is de vraag of het artikel over farmacotherapie in het NTvG van 17 juli 2035 ook nog steeds dezelfde conclusie zal hebben als dit artikel. Farmacotherapie onderwijs kan evolueren tot iets zeer boeiends, iets wat de student pakt, maar daarvoor is nog wel iets nodig. Blijkbaar is dat iets nog steeds niet gevonden.
reactie
Beste collega Jan Keppel Hesselink,
Hartelijk dank voor uw reactie.
Voor zover onze kennis strekt kennen wij geen studies die basisartsen longitudinaal hebben getoetst op hun kennis van geneesmiddelen én hun vaardigheden in het voorschrijven ervan. In het algemeen gaat men er kennelijk van uit dat de competentie ‘voorschrijven’ zich wel zal ontwikkelen gedurende de praktijk. In onze studie laten wij echter zien dat dit lang niet altijd het geval is. Deze conclusie is voor ons een extra reden het farmacotherapie-onderwijs niet alleen tijdens de opleiding geneeskunde te verbeteren, maar ook erna.
Gelukkig zijn er in de tussentijd al vele initiatieven ontplooid om het farmacotherapie-onderwijs boeiender, pakkender en educatiever te maken. Zo zijn er studentenpoli’s opgezet in het Amsterdam UMC en het Erasmus MC waarbij studenten onderdeel (specifiek op het gebied van farmacotherapie) zijn van het behandelteam van een patiënt. Verder hebben we de Landelijk Eindtoets Farmacotherapie waar in het farmacotherapie-katern van het NTvG geregeld aandacht aan wordt besteed. Daarnaast doet de Commissie Onderwijszaken van de Nederlandse Vereniging voor Klinische Farmacologie en Biofarmacie met alle Nederlandse faculteiten veel onderzoek naar het verbeteren van het onderwijs.
Structureel onderwijs voor basisartsen is vooralsnog minder aan veranderingen onderhevig. Lokaal zijn er korte cursussen met toetsen, landelijk is daar nog geen initiatief voor genomen. Vanuit de Commissie Onderwijszaken is het plan om ook daar aan te werken. Hiermee hopen we te bereiken dat het voorschrijven van geneesmiddelen steeds veiliger en effectiever wordt voor de patiënt, en dat we in het NTvG van 17 juli 2035 mogen noteren welke vorderingen en winsten zijn geboekt. Gezien de complexiteit van een nationale aanpak horen we graag of uzelf of andere lezers ideeën hebben over hoe we dit het best kunnen aanpakken. Wij zouden het op prijs stellen indien u in dat geval contact opneemt met Jelle Tichelaar (j.tichelaar@amsterdamumc.nl).