Creatief cijferen met clopidogrel; overschatting van het preventief effect door de fabrikant

H.C.
Walvoort

Utrecht, januari 2000,

Uit de discussie tussen Algra et al. en Van Kranen (van de firma Sanofi-Synthelabo) blijkt dat zij het gunstig effect van clopidogrel ten opzichte van acetylsalicylzuur verschillend blijven inschatten, hoewel zij zich baseren op dezelfde klinische trial (1999:2548-9). Van Kranen betrekt een meta-analyse bij de vergelijking, waaraan hij het effect van placebobehandeling ontleent. Hij stelt: om clopidogrel en acetylsalicylzuur goed met elkaar te kunnen vergelijken, moeten wij eerst vaststellen wat ze beide ten opzichte van placebo doen. Is die redenering juist? Nee. De placebogroep doet in het geheel niet ter zake. Een arts die moet afwegen wat hij of zij een patiënt zal voorschrijven: clopidogrel of acetylsalicylzuur, is helemaal niet geïnteresseerd in wat placebo doet; placebo gaat hij namelijk niet voorschrijven. Volgens de CBO-consensus is acetylsalicylzuur de eerste keus bij de secundaire preventie,1 en de overblijvende vraag is of clopidogrel beter is dan acetylsalicylzuur. Op die vraag geeft het ‘Clopidogrel versus aspirin in patients at risk of ischaemic events’(CAPRIE)-onderzoek een antwoord: clopidogrel voorkomt 8,7% per jaar meer vasculaire gebeurtenissen dan acetylsalicylzuur. Een vergelijking met welke andere behandeling ook (inclusief een met placebo) verandert daar niets aan: 8,7% blijft 8,7%, en wordt nooit 26%.

H.C. Walvoort
Literatuur
  1. Tijssen JGP. Consensus antitrombotische profylaxe van vasculaire gebeurtenissen bij patiënten met manifeste atherosclerotische vaatziekte. [LITREF JAARGANG="1998" PAGINA="83-8"]Ned Tijdschr Geneeskd 1998;142:83-8.[/LITREF]