Het testen op HIV-infectie in de cardiologie

M.
van Zuiden

Amsterdam, september 1988,

In de rubriek Ingezonden woedde onlangs een hevige strijd tussen H.D.C.Roscam Abbing en F.L.Meijler over de vraag of HIV-antigeen-tests al dan niet verricht moeten worden en zo ja bij wie (1988;1707-8). Vele punten in die discussie noden tot participatie, maar ik zal mij beperken tot één zaak.

In zijn repliek stelt Meijler de retorische vraag: ‘Vormen mensen met een positieve HIV-test als zij zich daarvan niet bewust zijn geen gevaar voor hun omgeving?’ Bij deze vraag hoort een duidelijk en correct antwoord: Neen! Vele artsen (en leken) van allerlei achtenswaardige disciplines en specialisaties stellen in vak- en lekenpers steeds weer dat HIV-dragers een potentieel gevaar voor anderen zouden (kunnen) zijn. Alle deskundigen op AIDS-gebied stellen steeds weer van niet. En tot nu toe lijken de verontrusten alle ruimte van de media te krijgen. De meest verstrekkende conclusies worden getrokken uit angst voor de vermeend gevaarlijke HIV-dragers. HIV-dragers zijn echter geen gevaar voor anderen. Het HIV kun je bijna niet krijgen maar alleen nemen.1 Er is maar één persoon die er voor kan zorgen dat u geen HIV krijgt: u zelf. (Hoezo ‘die ander’??!!) De enige uitzonderingen daarop zijn: als iemand die al besmet was (sero-positief of nog niet) u baart, bijt-tegenuw-wil, beslaapt-tegen-uw-wil (en zelfs dan heeft u nog de grootste kans op geen-besmetting, omdat het HIV zo slecht overdraagbaar is) of een arts u bloed of een andere transplantaat geeft of anderszins binnendringt met besmet materiaal. En voor de rest geldt: niemand kan het u aandoen behalve uzelf, door ‘onveilige seksuele technieken’ of door zo onzorgvuldig met lichaamsvloeistoffen om te gaan, dat u een grotere kans loopt om aan hepatitis te sterven dan aan AIDS.

Meijler stelt ook retorisch: ‘Moet voortaan het gehele mensdom met een condoom cohabiteren ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van een enkeling?’ Het viervoudige antwoord is: (1) Nee, wie geen condoom wil, kan zichzelf en partner lege artis laten testen. (2) Moet voortaan de gehele mensheid zich laten testen ten gerieve van en ter onderscheiding van hen die menen dat zij niet over ‘veilige seks’ na hoeven te denken? Wie zich nog veilig ‘waant’ vanwege het niet in een risicogroep zitten, moet weten: voor het individu bestaan er geen risicogroepen, alleen veilig/onveilig bestaat. (3) Er zijn nog geen aanwijzingen dat voornoemde ‘waners’ zich plotseling verantwoordelijk zouden gaan gedragen met een positieve testuitslag op zak (terwijl schuldgevoel en paniek wel vaak de hogere menselijke functies, zoals nadenken, zich verantwoordelijk opstellen en optimistisch zijn, remmen). Ook daarom is massaal veilige seks nodig, niet het doen van tests. (4) De meeste mensen nemen op ondeugdelijke gronden aan dat de aarde rond is. Ontmaskering van de onhoudbaarheid van die gronden bewijst niet dat de aarde plat is. Hoe duidelijk onzinnig een argument tegen HIV-antistoffen-tests ook is, het aantonen van die onzinnigheid is geen enkel argument vóór testen.

Tot de patiënt er ziek van wordt gaat het de dokter net zo min wat aan of de patiënt een ongelukkig huwelijk heeft als of die patiënt HIV bij zich heeft. Wil niemand ooit meer beweren dat iemand zich zou moeten laten testen op HIV ten behoeve van een ander behalve bij donorschap en wanneer men kinderen wil krijgen.

M. van Zuiden
Literatuur
  1. Griensven GPJ, Coutinho RA. Transmissiewijzen van het humaan immunodeficiëntievirus. [LITREF JAARGANG="1988" PAGINA="1835-42"]Ned Tijdschr Geneeskd 1988; 132: 1835-42.[/LITREF]