Longkanker: centraliseren voor multidisciplinaire behandeling

J.J.
Paulides

Rotterdam, juni 2007,

Collega Postmus verwijst in zijn commentaar (2007:1382-4) naar een artikel in Medisch Contact,1 waarmee hij de indruk wekt als zouden de Integrale Kankercentra pleiten voor het in stand houden van ‘een rondreizend circus van supergespecialiseerde oncologische consulenten’ als alternatief voor noodzakelijke concentratie. In tegendeel, in het aangehaalde artikel pleiten wij juist voor het spreiden van zorg, waar dat verantwoord mogelijk is, en voor concentratie, waar die er moet zijn. Om dat te bereiken, zo gaven wij ook aan, is het nodig dat meer wetenschappelijke verenigingen (in de richtlijnen) specifiek aangeven in welke gevallen en in welke mate concentratie noodzakelijk is. De Integrale Kankercentra ondersteunen de zorgverleners bij het opstellen en actueel houden van de richtlijnen en bij het in de praktijk brengen van deze richtlijnen, zoals thans gebeurt rond de richtlijn met betrekking tot het niet-kleincellig longcarcinoom. Op dit punt wijken onze visie en onze aanpak dus geenszins af van die van Postmus, want ook hij pleit voor een proactief optreden van de vertegenwoordigers van de wetenschappelijke verenigingen bij het opstellen van richtlijnen.

J.J. Paulides
Literatuur
  1. Paulides JJ, Lennards CALM, Jongejan B. Cultuuromslag in de oncologie. Verdergaande samenwerking in de kankerzorg noodzakelijk. Med Contact. 2005;60:348-50.