Eén nachtelijke traumahelikopter geen wezenlijke verbetering van acute hulpverlening

B.M.
Gerritse

Nijmegen, april 2006,

Collega Thies werpt diverse vragen op over het nut en de inzetbaarheid van helikopter-MMT’s buiten de huidige periode van 07:00 tot 19:00 uur (). De aanleiding tot zijn schrijven is de beslissing van het ministerie van Volksgezondheid om te voorzien in de uitbreiding van de beschikbaarheid van een helikopter-MMT (www.minvws.nl, Kamerstuk ‘Mobiele medische teams (MMT’s)’, 25 april 2005). Verder wijst hij op mogelijke risico’s en te verwachten responstijden in de nachtelijke uren, en in de conclusie pleit hij voor de heroprichting en ondersteuning van 10 decentrale, grondgebonden MMT’s. In zijn brief worden echter essentiële en controleerbare feiten achterwege gelaten, terwijl diverse onzekerheden voor vaststaande feiten worden aangenomen.

In het genoemde Kamerstuk stelt de minister nadrukkelijk dat in combinatie met de uitbreiding van de inzetbaarheid van één helikopter-MMT een plan van onderzoek moet worden opgesteld. Het nut en de noodzaak van het MMT in de nachtelijke uren dienen te worden onderzocht, uitgedrukt in de gezondheidswinst voor patiënten, de bruikbaarheid van helikopters in de nacht en tenslotte de samenwerking tussen diensten die medische hulp verlenen. Eén helikopter-MMT geeft geen landelijke dekking, maar maakt het mogelijk om zorgvuldig onderzoek naar het nut en de noodzaak te doen en om de meerwaarde van een 24-uurs-MMT getalsmatig te onderbouwen. Vergelijking met de andere traumacentra met grondgebonden MMT’s maakt de eventuele meerwaarde van een 24-uurs-helikopter inzichtelijk. Tijd is belangrijk in iedere vorm van acute hulpverlening; er zal daarom een zorgvuldige analyse plaatsvinden van de opstarttijd van de helikopter en de aankomsttijd van het MMT op de plaats van het incident. De vliegtijden die Thies noemt en de door hem veronderstelde eis van voorverkende landingsplaatsen zijn niet goed onderbouwd.

Veiligheid speelt in helikopterhulpverlening een centrale rol. Cruciaal voor het vereiste veiligheidsniveau van een 24-uurshelikopter-MMT is dat de bemanning optimaal geschoold is. Naast de piloot met uitgebreide nachtvliegervaring zit een MMT-verpleegkundige die geschoold is tot het piloten-theorie-examen. Daarbij is de 24-uurshelikopter uitgerust met zogenaamde ‘nightvision goggles’; dit is van origine militaire apparatuur, waarbij restlicht tot 30.000 keer versterkt wordt. In landen als Noorwegen en Zwitserland zijn civiele helikopter-MMT’s sinds jaar en dag hiervan voorzien, en daardoor is men in staat om op veilige wijze 24-uurshulp te verlenen. Thies verwijst ten onrechte naar publicaties over helikopterongevallen in landen als Duitsland en de Verenigde Staten, waar met één piloot wordt gevlogen, waar geen nightvision goggles worden gebruikt of waar geen specifieke oefening van nachtlandingen plaatsvindt.

Tenslotte het pleidooi voor 10 parate grondgebonden MMT’s. Het grootste deel van de kosten van een paraat MMT wordt gevormd door de personeelslasten, en niet door de kosten van het vervoermiddel. Er zal voor het instellen van 10 parate grondgebonden MMT’s een structurele investering van tientallen miljoenen euro’s noodzakelijk zijn om alle centra (7 × 24 uur) qua uitrusting en kwaliteit op het niveau te brengen van de traumacentra met een helikoptervoorziening (www.minvws.nl, Kamerstuk ‘Mobiele medische teams (MMT’s)’, 25 april 2005). Een goed functionerend MMT bestaat uit een speciaal opgeleid team met veel ervaring, dat frequent wordt ingezet; alleen de MMT’s van de traumacentra met een helikopter kunnen in de praktijk volledig aan deze eisen voldoen.

Medisch-specialistische hulp die wordt geboden voordat patiënten in het ziekenhuis worden opgenomen, leent zich niet voor dubbelblind, gerandomiseerd onderzoek, maar de hulpverlening door MMT’s verdient niet het door Thies gebruikte predicaat ‘experimenteel’. De meerwaarde van dit type hulpverlening is in de internationale medische literatuur onderzocht en vastgesteld.1-4 In Nederland wordt al jaren gediscussieerd over de behoefte aan deze medisch-specialistische hulpverlening, zowel in de (para)medische sector als in de politiek. De beslissing van de minister om middelen ter beschikking te stellen voor uitbreiding van de inzetbaarheid van de traumahelikopter, in combinatie met onderzoek, verdient lof. Door zorgvuldig en gevalideerd onderzoek te verrichten kan men de efficiëntie en kwaliteit van de hulpverlening vóór de ziekenhuisopname verbeteren. Dan kan ook de vraag worden beantwoord of 24-uursinzetbaarheid van het helikopter-MMT een essentiële verbetering betekent van de acute hulp die voorafgaat aan de hulpverlening in het ziekenhuis.

B.M. Gerritse
J. Biert
A.B. van Vugt
G.J. Scheffer
Literatuur
  1. Frankema SPG, Ringburg AN, Steyerberg EW, Edwards MJR, Schipper IB, Vugt AB van. Beneficial effect of helicopter emergency medical services on survival of severely injured patients. Br J Surg. 2004;91:1520-6.

  2. Biewener A, Aschenbrenner U, Rammelt S, Grass R, Zwipp H. Impact of helicopter transport and hospital level on mortality of polytrauma patients. J Trauma. 2004;56:94-8.

  3. Osterwalder JJ. Mortality of blunt polytrauma: a comparison between emergency physicians and emergency medical technicians – prospective cohort study at a level I hospital in eastern Switzerland. J Trauma. 2003;55:355-61.

  4. Lossius HM, Soreide E, Hotvedt R, Hapnes SA, Eielsen OV, Forde OH, et al. Prehospital advanced life support provided by specially trained physicians: is there a benefit in terms of life years gained? Acta Anaesthesiol Scand. 2002;46:771-8.