Misleidende advertentie over Adalat Oros

H.L.
Moesker

Mijdrecht, oktober 2001,

De behandeling van hypertensie is gericht op de preventie van sterfte en morbiditeit die het gevolg is van hypertensie.1 Het ligt dus voor de hand bij klinisch-wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van antihypertensiebehandeling te kiezen voor een samengestelde uitkomstmaat waarin de belangrijkste complicaties van hypertensie zijn opgenomen. Het is gebruikelijk hiervoor een combinatie van sterfte, hartinfarct en beroerte te kiezen.

In het INSIGHT-onderzoek werd de werkzaamheid van nifedipine GITS vergeleken met die van hydrochloorthiazide-amiloride bij patiënten met hypertensie en tenminste één additionele risicofactor.2 De primaire uitkomstmaat van het onderzoek bestond uit de combinatie van cardiovasculaire of cerebrale dood, beroerte, hartinfarct of hartfalen. De twee behandelingsregimes toonden geen statistisch significante verschillen met betrekking tot de primaire (gecombineerde) uitkomstmaat: 6,3% bij de met nifedipine behandelde en 5,8% bij de met hydrochloorthiazide-amiloride behandelde patiënten. Het verschil lag binnen de van tevoren vastgestelde grenzen voor gelijkwaardigheid (2%). Op grond van dit argument hebben de auteurs geconcludeerd dat nifedipine en hydrochloorthiazide-amiloride even effectief waren. Ook ten aanzien van de componenten van het primaire eindpunt bleken de twee behandelingen gelijkwaardig. Er was geen verschil in totale sterfte (4,8 en 4,8%). De aan het hartinfarct gerelateerde morbiditeit (2,9 en 2,7%) en de aan beroerten gerelateerde morbiditeit (2,0 en 2,3%) verschilden nauwelijks. Alleen de incidentie van episoden van hartfalen toonde, zoals verwacht, een verschil ten nadele van nifedipine.

Verheugt citeert onderdelen van het samengestelde eindpunt selectief. Wanneer hij beweert dat fatale hartinfarcten vaker bij nifedipine voorkwamen, laat hij de plotselinge dood (sterfte binnen 24 uur na het ontstaan van symptomen) buiten beschouwing. Wat resteert, zijn minimale verschillen van 0,2% ten nadele van nifedipine voor hartinfarcten en van 0,3% ten gunste van nifedipine voor beroerten. Uiteraard kunnen deze verschillen gemakkelijk door het toeval verklaard worden.

Naar mijn mening toont het INSIGHT-onderzoek aan dat nifedipine en hydrochloorthiazide-amiloride gelijkwaardig zijn met betrekking tot de preventie van cardio- en cerebrovasculaire morbiditeit bij patiënten met hypertensie met een verhoogd cardiovasculair risico.

H.L. Moesker
Literatuur
  1. The sixth report of the Joint National Committee on prevention, detection, evaluation, and treatment of high blood pressure. Arch Intern Med 1997;157:2413-46.

  2. Brown MJ, Palmer CR, Castaigne A, Leeuw PW de, Mancia G, Rosenthal T, et al. Morbidity and mortality in patients randomised to double-blind treatment with a long-acting calcium-channel blocker or diuretic in the International Nifedipine GITS study: intervention as a goal in hypertension treatment (INSIGHT). Lancet 2000;356:366-72.