Verontrustende toename van intoxicaties door deptropine

A.S.
Vijlbrief

Rotterdam, februari 1996,

Van Zoelen et al. geven een grondig overzicht van de problemen rond het voorschrijven van deptropine aan kinderen (). De indicatie voor deptropine zouden wij echter nader willen omschrijven. Terecht wijzen zij erop dat deptropine niet voorgeschreven dient te worden bij verkoudheden en hoesten. Ook bij ons bestaat de indruk dat dit in toenemende mate gebeurt. In de NHG-standaard ‘Astma bij kinderen’ wordt deptropine voorbehouden aan kinderen bij wie klachten van zagen en hoesten (bronchiale hypersecretie) op de voorgrond staan (de zogenaamde ‘happy wheezers’).1 Het wordt vooral bij jonge kinderen tot 2 jaar gezien. Op basis van onderzoek onderscheiden sommigen twee vormen van ‘infant wheezing’, namelijk ‘transient infant wheezing’ en ‘early-onset asthma’.2 Aan de hand van het klinische beeld kunnen deze twee vormen niet onderscheiden worden. De meerderheid van deze kinderen blijkt uiteindelijk geen astma te hebben.

Wat betekent dit voor het voorschrijven van deptropine aan kinderen? Bij kinderen ouder dan 2 jaar lijkt er geen plaats meer voor deptropine te bestaan. Enerzijds wordt bij deze kinderen het eerder beschreven beeld van bronchiale hypersecretie nog maar zelden gezien en anderzijds zijn er voor deze groep voldoende alternatieve inhalatietherapieën voorhanden. Bij jonge kinderen tot 2 jaar lijkt er nog wel een plaats voor deptropine te bestaan. Allereerst is dit de groep bij wie bronchiale hypersecretie veelvuldig gezien wordt. Ten tweede blijkt in de praktijk inhalatietherapie bij deze groep, zeker bij de zuigelingen, ondanks de huidige mogelijkheden, nogal eens moeilijk uitvoerbaar. Orale therapie is makkelijker uitvoerbaar. Overigens vinden ook wij het opmerkelijk dat er weinig farmacokinetische en -dynamische gegevens over dit middel bekend zijn. De effectiviteit van deptropine is wetenschappelijk nooit onderbouwd.

De indicatie voor deptropine dient dus beperkt te blijven tot jonge kinderen (tot 2 jaar) met klachten van bronchiale hypersecretie, waarbij wetenschappelijke onderbouwing van de effectiviteit gewenst lijkt.

A.S. Vijlbrief
B.P. Ponsioen
J.C. de Jongste
Literatuur
  1. Dirksen WJ, Geyer RMM, Haan M de, Kolnaar BGM, Merkx JAM, Romeijnders ACM, et al. NHG-standaard Astma bij kinderen. Huisarts Wet 1992;35:355-62.

  2. Morgan WJ, Martinez FD. Risk factors for developing wheezing and asthma in childhood. Pediatr Clin North Am 1992;39:1185-203.