Post-marketing surveillance

J.C.
Roos

Amsterdam, april 1996,

Ik dank collega Offerhaus voor zijn commentaar, dat voor zichzelf spreekt. De collegae Leufkens en Heerdink stellen terecht dat bewaking van geneesmiddelen na introductie op de markt belangrijk is en dat daartoe deugdelijke instrumenten ontwikkeld moeten worden. Mijn ‘cri de coeur’ richtte zich niet daartegen, maar tegen de geperverteerde vorm van PMS, de enige die ik helaas tegengekomen ben en die geldelijke beloning rechtstreeks koppelt aan het voorschrijven van een bepaald product. Dat is en blijft onacceptabel en mijn oproep daar niet aan mee te werken herhaal ik graag, in de hoop bij te dragen aan de ontwikkeling van een ondubbelzinnig werktuig ten behoeve van een verantwoorde bewaking van geneesmiddelen, zonder blozen te hanteren door artsen.

Ook met de collegae De Koning, Egberts en Van Puijenbroek heb ik geen verschil van mening over principes en ik ondersteun hun pleidooi voor een instantie die richtlijnen geeft voor geneesmiddelenbewaking en deze toetst. Door de praktijken van de laatste jaren is de term PMS zodanig vervuild, dat het de betekenis heeft gekregen van ‘post-marketing seeding’, een term, mij tot voor kort onbekend, maar veelbetekenend. Mijn voorstel is dan ook om al deze uit de VS overgewaaide modieuze termen af te schaffen en te vervangen door ‘geneesmiddelenbewaking’ waar het om bonafide onderzoek gaat en wanneer het gaat om het verschijnsel dat ik aan de kaak stelde door..., nu ja, daar heb ik eigenlijk geen woorden voor.

J.C. Roos