Verkeerde bedden en verkeerde zorg

C.M.P.M.
Hertogh

Amsterdam, oktober 1996,

Zoals wij reeds eerder opmerkten bestaan er grote regionale verschillen in de organisatie en uitvoering van het indicatieproces. Inmiddels is door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het voornemen kenbaar gemaakt om het indicatieproces te uniformeren aan de hand van een landelijk protocol waaraan alle indicatieorganen gebonden zullen zijn. Wij blijven bij onze opvatting dat korte communicatielijnen tussen hulpverleners met een directe zorginhoudelijke verantwoordelijkheid de beste garantie vormt voor een efficiënte en oordeelkundige indicatiestelling. Met Eijlders zijn wij van mening dat de indicatiecommissie zich dan kan beperken tot het effectueren – en zo nodig marginaal toetsen – van de daaromtrent tussen behandelaars gemaakte afspraken.

C.M.P.M. Hertogh
M.W. Ribbe