In zijn brief aan de redactie beschrijft Slee het vóórkomen van antistoffen tegen Schistosoma bij mensen die in het meer van Malawi gezwommen hadden (). Schistosoma-eieren werden door hem niet gevonden. Die werden wel aangetroffen in een door ons elders gepubliceerd ziektegeval.12 Het betrof een Nederlandse student van 24 jaar die gedurende een stageperiode van een half jaar wekelijks in het meer van Malawi had gezwommen en in die periode niet duidelijk ziek was geweest. Drie maanden na terugkeer in Nederland kreeg hij een groep huidpapels dorsolateraal op de thorax. In een biopt daaruit werden histopathologisch talrijke Schistosoma-eieren gezien, blijkens hun eindstandige stekel waarschijnlijk van S. haematobium. Dergelijke eieren werden vervolgens ook in een rectumbiopt en in het urinesediment gevonden. Serologisch onderzoek op schistosomiasis was positief. In een tweede huidbiopt, 2,5 maand na toediening van praziquantel, bleken nog vitaal uitziende eieren aanwezig, reden om nog een tweede kuur met praziquantel te geven. In een derde biopt, 5 weken later, werden geen eieren meer gevonden. Deze ziektegeschiedenis onderstreept de conclusies van collega Slee.
F. Eulderink
Literatuur
Eulderink F, Gryseels B, Kampen WJ van, Regt J de. Haematobium schistosomiasis presenting in the Netherlands as a skin disease. Am J Dermatopathol 1994;16:434-8.
Eulderink F, Gryseels B, Kampen WJ van, Regt J de. Huidafwijkingen als presenterend symptoom van Schistosoma haematobium in Nederland. Med J Delft 1995;6:33-7.
Schistosomiasis na zwemmen in het meer van Malawi
Delft, oktober 1995,
In zijn brief aan de redactie beschrijft Slee het vóórkomen van antistoffen tegen Schistosoma bij mensen die in het meer van Malawi gezwommen hadden (). Schistosoma-eieren werden door hem niet gevonden. Die werden wel aangetroffen in een door ons elders gepubliceerd ziektegeval.12 Het betrof een Nederlandse student van 24 jaar die gedurende een stageperiode van een half jaar wekelijks in het meer van Malawi had gezwommen en in die periode niet duidelijk ziek was geweest. Drie maanden na terugkeer in Nederland kreeg hij een groep huidpapels dorsolateraal op de thorax. In een biopt daaruit werden histopathologisch talrijke Schistosoma-eieren gezien, blijkens hun eindstandige stekel waarschijnlijk van S. haematobium. Dergelijke eieren werden vervolgens ook in een rectumbiopt en in het urinesediment gevonden. Serologisch onderzoek op schistosomiasis was positief. In een tweede huidbiopt, 2,5 maand na toediening van praziquantel, bleken nog vitaal uitziende eieren aanwezig, reden om nog een tweede kuur met praziquantel te geven. In een derde biopt, 5 weken later, werden geen eieren meer gevonden. Deze ziektegeschiedenis onderstreept de conclusies van collega Slee.
Eulderink F, Gryseels B, Kampen WJ van, Regt J de. Haematobium schistosomiasis presenting in the Netherlands as a skin disease. Am J Dermatopathol 1994;16:434-8.
Eulderink F, Gryseels B, Kampen WJ van, Regt J de. Huidafwijkingen als presenterend symptoom van Schistosoma haematobium in Nederland. Med J Delft 1995;6:33-7.