Strenger keuren: aan het sterfbed van de WAO?

S.
Knepper

Amsterdam, april 1994,

Er zijn verschillende pogingen gedaan het ziektebegrip nader te omschrijven. Tot praktisch bruikbare definities is het nooit gekomen. De WHO is in een esoterische beschrijving van gezondheid blijven steken en heeft zich nooit aan het ziektebegrip gewaagd. Waarschijnlijk is dat ook wel zo verstandig. Geneeskunde is een menswetenschap. Het is daarom niet mogelijk het ziektebegrip, met al zijn sociale en psychologische dimensies, natuurwetenschappelijk te definiëren. Met pogingen het ziektebegrip ‘in de zin der wet’ te formuleren laten artsen zich opzadelen met vragen waarop juristen en politici antwoord behoren te geven. Wat verstaan zij onder ‘ziekte’? Waarom moeten mensen die als ziek beschouwd worden hogere en langer durende uitkeringen ontvangen dan werklozen? Moet er sprake zijn van een morele vergoeding (smartegeld voor gezondheidsschade) of van een economische (compensatie van loonschade)? En moet de vergoeding eigenlijk wel voorop staan? Het parlement is nauwelijks aan deze wezenlijke vragen toegekomen. Een gevolg daarvan is onder meer dat het probleem verschoven is naar andere sociale-zekerheidsregelingen en dat wij binnen een paar jaar een nieuwe discussie tegemoet kunnen zien.

Er zijn grote aantallen mensen door verzekeringsgeneeskundigen van de GMD arbeidsongeschikt verklaard. Dat is wat anders dan ‘als “ziek” betiteld’. Het is onder mijn collega's juist goed gebruik ernaar te streven dat mensen zich bij een afkeuring niet afgeschreven of ‘invalide’ gaan voelen. Dat is niet zo eenvoudig, omdat veel arbeidsongeschikten langdurig behandeld worden door verschillende artsen en daarin een rechtvaardiging vinden zichzelf als ziek te beschouwen. Vooral medisch specialisten wordt in dat opzicht autoriteit toegekend. Ik heb nog nooit meegemaakt dat een van hen deze patiënten meedeelde dat hun ‘vage en aspecifieke onlustgevoelens’ niet als een vorm van ziekte beschouwd konden worden. Wel nemen verzekeringsgeneeskundigen waar dat dergelijke behandelingen doorgaans niet tot werkhervatting leiden. Wie bedrijft nu eigenlijk een ‘cultus’?

Arbeidsongeschiktheid is een vorm van gedrag die in een bredere sociaal-medische context begrepen en gunstig beïnvloed kan worden. Daarvoor zijn generalisten nodig die beschikken over goede algemene medische kennis, maar ook over vaardigheden op andere terreinen. Verzekeringsgeneeskundigen dus.

S. Knepper