Strenger keuren: aan het sterfbed van de WAO?

J.W.H.H.
Dammers

Alkmaar, mei 1994,

Is het buitenland afgunstig op onze WAO-regeling? Moet beoordeling van arbeidsongeschiktheid ook worden overgelaten aan niet-artsen? Laat ik vooropstellen dat ik het met Van Wijngaarden geheel eens ben en het compleet oneens ben met Knepper. Knepper schrijft in zijn antwoord op mijn eerdere brief () dat er in het verleden geen verwaarlozing is geweest van moderne medische diagnostiek, maar dat die juist altijd toegepast is. Hij heeft er steeds de nadruk op gelegd in de publikaties.

Wie keuringswerk voor de Raad van Beroep heeft verricht – ik heb dat bijna 13 jaar gedaan – weet dat mensen die al een jaar in de Ziektewet liepen en door de GMD werden beoordeeld, een doodenkele keer uit de WAO werden gezet of een lagere uitkering kregen. Dan kwamen er conflicten, in casu zaken voor de Raad van Beroep. Daarbij bleek in het algemeen dat de mensen die al een jaar in de Ziektewet zaten geen medische diagnose hadden en dat er nooit of vrijwel nooit medisch onderzoek was gedaan. Van de mensen die ik zag, bleek een derde gewoon ziek, met soms heel nare aandoeningen; twee derde deel was in het geheel niet ziek of was nooit ziek geweest. Maar er was nooit moderne medische diagnostiek verricht, zeker niet door de GMD geëntameerd.

Knepper preludeert op protocollering en standaardisering van de beoordeling. Door niet-medici? Momenteel gebeurt dat nog wel door medici.

In NRC Handelsblad van 20 april jl. wordt er melding van gemaakt dat veel jongeren hun WAO-uitkering verliezen bij herkeuring. Dan wordt er toch wel strenger gekeurd – zonder dat er een deskundig keuringsapparaat bij de GMD aanwezig is. Nu wordt klaarblijkelijk enigszins de botte bijl gehanteerd. In NRC Handelsblad van 18 maart jl. wordt nog vermeld dat het aantal WAO-ers opnieuw toeneemt; in 1993 weer 104.000 erbij, 3.900 meer dan het jaar daarvoor.

Knepper kan dat persoonlijk allemaal niet helpen, maar het is onwaarschijnlijk dat het buitenland jaloers is op onze enorme hoeveelheid WAO-ers. Er wordt verder nog steeds niet ingegaan op mijn grootste bezwaar tegen de GMD-praktijken: waarom wordt een ernstig zieke, geïnvalideerde medemens net zo behandeld als iemand met een niet om medische redenen verminderde arbeidsgeschiktheid? Men wordt – ook bij keuren door niet-medici – altijd geconfronteerd met de echte invaliden, die nu te kort komen en in de toekomst nog meer te kort zullen komen. Er komt een moment dat de echt zieke medemens moet worden onderscheiden van de formeel niet-zieke, misschien wel minder op werk beluste medemens. Medisch keuren moet toch een keer plaatsvinden, en waarom wanneer het te laat is?

Waar ik mij in het bijzonder zorgen over maak nu ik weet dat de GMD in ieder geval strenger gaat keuren, is dat het geen organisatie is met een sterk keuringsapparaat. Er zitten zeer weinig specialisten in de keuringsdienst, de GMD heeft zeer weinig diagnostische hulpmiddelen. Ik wacht met angst en beven de geprotocolleerde, gestandaardiseerde beoordeling af die in de toekomst te verwachten is volgens collega Knepper. Het is duidelijk dat het niet een medisch-diagnostisch model zal zijn. En dit terwijl aan het eind van de 20e eeuw beter dan ooit tevoren een diagnose kan worden gesteld, dat wil zeggen ziekte kan worden ontdekt, maar ook niet-ziek-zijn kan worden herkend. Dat lijkt mij voorlopig toch nog de meest solide basis waarop men iemand wel of niet arbeidsongeschikt kan verklaren.

J.W.H.H. Dammers