Didrokit (etidroninezuur-calciumcarbonaat) ter behandeling van postmenopauzale osteoporose onterecht geregistreerd?

E.A.
Loeliger

Oegstgeest, augustus 1994,

Ten onrechte stelt Harris dat ik mijn kritiek op de gegevens over vertebrale fracturen slechts op die verkregen over het 3e jaar van het onderzoek heb gebaseerd. Uit tabel 4 op bl. 563 van het artikel van Harris et al. blijkt dat er, over de gehele 3-jaarsperiode, 32 patiënten waren met vertebrale fracturen in de non-etidroninezuurgroepen en 28 in de etidroninezuurgroepen; en uit de tekst op bl. 565 links boven dat de respectievelijke getallen van patiënten met niet-vertebrale fracturen 32 en 40 waren. Voor alle fracturen samen is dit 64 (in 606,6 patiëntjaren) versus 68 (in 604,4 patiëntjaren), ofwel 106 en 112 per 1000 jaar, de door mij genoemde incidenties.

De reactie van Carrière et al. (de auteurs zijn adviseur dan wel lid van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen) is genuanceerd en verhelderend. Naar mijn mening wordt het beeld van de werking van een geneesmiddel echter sterk vertekend wanneer men, na randomiseren per patiënt, gebeurtenissen (in dit geval fracturen) in plaats van patiënten met gebeurtenissen telt en met elkaar vergelijkt.

Een behandeling met Didrokit zou, wanneer slechts patiënten met klinisch manifeste osteoporose zouden worden behandeld, niet belastender zijn dan profylaxe met calcium en vitamine D. Maar de huidige registratietekst spreekt uitsluitend over manifeste osteoporose en een groot deel van de patiënten in de onderzoeken die als basis hebben gediend voor registratie van Didrokit, hebben slechts röntgenologisch manifeste osteoporose.

Beide inzenders gaan voorbij aan het feit dat er voor zowel het Amerikaanse als het Deense onderzoek één en dezelfde onderzoeker was voor de röntgenologische bevindingen: gezien de veranderingen van de botdichtheid bij met Didrokit behandelde patiënten feitelijk een niet-geblindeerde onderzoeker.

E.A. Loeliger
Literatuur
  1. Harris ST, Watts NB, Jackson RD, Genant HK, Wasnich RD, Ross P, et al. Four-year study of intermittent cyclic etidronate treatment of postmenopausal osteoporosis: three years of blinded therapy followed by one year of open therapy. Am J Med 1993;95:557-67.