Wet op het Bevolkingsonderzoek

D.O.E.
Gebhardt

Oegstgeest, november 1994,

Daar de opmerking van Gevers over mijn mededeling () naar aanleiding van zijn artikel (1994;729-31) slechts ten dele juist is, lijkt het mij gewenst deze materie hier duidelijk uiteen te zetten. In de Wet op het Bevolkingsonderzoek wordt een onderscheid gemaakt tussen vergunningsplichtig onderzoek en onderzoek waarvoor geen ministeriële toestemming nodig is.1 Volgens lid 1 van artikel 2 en artikel 3 van de wet is een vergunning slechts vereist als het gaat om bevolkingsonderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van ioniserende straling, of ‘bevolkingsonderzoek naar kanker, en bevolkingsonderzoek naar ernstige ziekten of afwijkingen waarvoor geen behandeling of preventie mogelijk is’. In mijn annotatie heb ik erop gewezen dat er twee soorten bevolkingsonderzoek te onderscheiden zijn. De eerste soort is het zogenaamde zorg-georiënteerde bevolkingsonderzoek (‘screening’) dat wordt uitgevoerd om toekomstige patiënten vroegtijdig op te sporen, waarbij de kans op genezing groot is. De tweede soort bevolkingsonderzoek heeft tot doel het wetenschappelijk inzicht in een bepaald gebied van de geneeskunde te bevorderen.

Gevers stelt nu dat ‘wetenschappelijk onderzoek met mensen, dat tegelijk bevolkingsonderzoek is in de zin van de Wet op het Bevolkingsonderzoek, onder die laatste wet en niet onder de Wet Medische Experimenten’ valt ‘om dubbele regeling te voorkomen’. Deze zienswijze nu heeft slechts betrekking op bevolkingsonderzoek waarvoor een vergunning nodig is.

Een en ander wordt duidelijk wanneer men het artikel van Roscam Abbing leest.2 Daarin schrijft zij het volgende: ‘Bevolkingsonderzoek met uitsluitend wetenschappelijk oogmerk (in het belang van de volksgezondheid in het algemeen) valt niet onder de wet (op het bevolkingsonderzoek). Bij dergelijk onderzoek is uitsluitend sprake van een verzoek tot deelname gericht tot (delen van) de bevolking en niet van een aanbod. De toekomstige Wet medische experimenten met mensen is dan van toepassing. Soms is sprake van een samenloop: experimenteel wetenschappelijk onderzoek in de zin van de toekomstige Wet medische experimenten met mensen en onderzoek in het belang van de persoon zelf. Voor zover sprake is van een vergunningsvereiste, is de Wet op het bevolkingsonderzoek van toepassing, in de overige situaties de Wet medische experimenten met mensen.’

D.O.E. Gebhardt
Literatuur
  1. Wet van 29 oktober 1992, houdende regels betreffende bevolkingsonderzoek (Wet op het Bevolkingsonderzoek). Staatsblad 1992:611.

  2. Roscam Abbing HDC. (Collectieve) preventie, regelgeving en de rechtspositie van het individu. Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 1991;15:338-49.