Het effect van koffie op het serumcholesterolgehalte

F.L.
Meijler

Utrecht, februari 1991,

Op een reactie als die van collega Grobbee had ik gerekend. Eén van prof.Durrer's bekendste aforismen was: ‘We nemen niemand serieus en onszelf het allerminst’. Deze benadering van eigen kennen en kunnen vind ik niet terug in de reactie van Grobbee. Hij neemt mij ernstig, maar ook zichzelf met de resultaten van zijn koffieonderzoek, en daar zou hij eigenlijk wat luchthartiger over moeten kunnen zijn. Ik neem dan ook zonder aarzelen de misgeslagen planken van Weinberg, de president-elect van de American College of Cardiology, over. Geen slecht gezelschap denk ik dan, maar ik kan me vergissen. Ik vergis me vrij zeker niet als ik stel, dat veel epidemiologisch onderzoek of wat daarvoor doorgaat, zich in de marge bevindt van de preventie en (of) de behandeling van ziekten. In dit verband kan men van mening verschillen over de relevantie van wat Grobbee relevant vindt voor de gezondheid van burgers. Ik citeer wederom een cardioloog, dit keer dr.Howard B.Burchell, die ooit opmerkte ‘Relevance, like beauty, is in the eye of the beholder’.

Zonder twijfel staat New England Journal of Medicine hoog genoteerd op de schaal van medische tijdschriften. Dat neemt niet weg dat er veel en vaak peer-reviewed, maar desalniettemin triviaal onderzoek wordt gepubliceerd. Dr.Weinberg heeft slechts beoogd een aantal publikaties over gevaren waaraan wij volgens sommige epidemiologen zijn blootgesteld, te relativeren. Dit nu lijkt mij relevant voor de gezondheid van burgers. Voor wetenschappers geldt dat ze niet alleen terughoudend moeten zijn met het vrijgeven van informatie, maar ook met het denken dat ze de universele waarheid uitdragen. De grootste risicofactor is het leven zelf, en daar wordt te weinig rekening mee gehouden.

F.L. Meijler