Verhoogde sterfte tijdens de hittegolf van begin augustus 1990

T.
van Gelder

Rotterdam, februari 1991,

In hun brief aan de redactie beschrijven Mackenbach, Kunst en Looman hun veronderstelling dat de hittegolf van augustus 1990 gepaard was gegaan met een aanzienlijke verhoging van de sterfte Gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek lijken dit te bevestigen. Er ontbraken echter nogal wat essentiële gegevens in deze brief. Niet vermeld wordt de standaarddeviatie van het sterftecijfer. Voor 1987, 1988 en 1989 lag het sterftecijfer op 318 overledenen per dag. Vermoedelijk is dit een vrij constant gegeven, met relatief geringe variatie. De toename van het sterftecijfer met 35 tot 95 overledenen per dag zal dus waarschijnlijk wel significant zijn.

Belangrijker is het ontbreken van informatie over de sterftecijfers van de dagen na de hittegolf. Het is heel goed mogelijk dat juist in die dagen het sterftecijfer opvallend laag is geweest. Dit zou kunnen betekenen dat de oversterfte tijdens de hittegolf is veroorzaakt door het overlijden van personen van wie kon worden verwacht dat zij op korte termijn zouden sterven. Het sterftecijfer voor de maand augustus 1990 als geheel ligt dan misschien niet 200 overledenen hoger dan het te verwachten sterftecijfer. Ook in het verleden heeft een dergelijke schijnbare indrukwekkende oversterfte geleid tot krantekoppen.1 Misschien kan bij gebleken ondersterfte in de dagen na een hittegolf voortaan op de voorpagina de volgende kop verschijnen: ‘Na drie dagen mooi weer, sterft men niet meer’.

T. van Gelder
Literatuur
  1. Huff D. How to lie with statistics. London: Pelican Books, 1973: 114.