Het testen op HIV-infectie in de cardiologie

S.A.
Danner

Amsterdam, november 1988,

Het is mij niet geheel duidelijk wat mw.Breeuwsma bedoelt met ‘politiek-ideologische overwegingen’, maar wat zij voorstaat, is mij uit het hart gegrepen. Enerzijds afzien van gedwongen tests (om maar te zwijgen van straffen door weigering van noodzakelijke zorg), anderzijds uiteraard wel de invoering van zinnige veiligheidsmaatregelen. Ik ben het niet eens met de veel gehoorde tegenwerping dat het ondoenlijk is om al het bloed dat in de gezondheidszorg omgaat, als besmettelijk te beschouwen, omdat de boog immers niet altijd gespannen kan zijn. Waar het mw.Breeuwsma (en met haar velen) om gaat, is dat een bepaalde voorzichtige stijl van werken ingeburgerd moet raken als de meest natuurlijke. Op microbiologische laboratoria kan dat ook, dus waarom niet elders? Het is domweg nodig: we hebben de luesspirocheet gehad, het hepatitis B-virus, nu dan HIV, en over enige tijd ongetwijfeld zullen we weer te maken krijgen met een ander gevaarlijk pathogeen microörganisme waarvoor op dat moment nog geen behandeling beschikbaar is. Bloed was, is en blijft een potentieel levensgevaarlijke vloeistof en daarop dient het medisch handelen te worden afgestemd.

S.A. Danner