Het testen op HIV-infectie in de cardiologie

N.G.
Breeuwsma

Groningen, november 1988,

Met veel belangstelling heb ik de brief aan de redactie, met betrekking tot het testen op HIV-infectie in de cardiologie, van Meijler en de reacties daarop van Roscam Abbing (1988;1707), Danner (1988;1946) en Schipperijn (1988;1946-7) gelezen.

Als medewerker van een medische prikdienst kom ook ik dagelijks in aanraking met bloed van patiënten van wie de HIV-status soms wel, maar vaak niet bekend is. Veiligheid van de gezondheidswerker prefereer ik, evenals Meijler en Schipperijn, boven politiek-ideologische overwegingen.

In het kader van een zogenaamd zesdejaars-keuzeprojekt voor medische studenten aan de Rijksuniversiteit van Groningen ben ik gaan kijken welke veiligheidsmaatregelen men in de Verenigde Staten, een land dat wat betreft de AIDS-epidemie een voorsprong heeft van drie jaar op West-Europa, treft om nosocomiale transmissie van het HIV te voorkomen.1 In the Massachusetts General Hospital in Boston trof ik de volgende situatie aan: Sinds juli 1986 mag een HIV-test in de staat Massachusetts alleen worden gedaan na ‘written informed consent’, weigering mag geen gevolg hebben voor de verdere behandeling van de patiënt.2 Nadat bekend geworden was dat drie gezondheidswerkers bij de uitoefening van hun beroep besmet waren geraakt met HIV, werd in oktober 1987 een brief gestuurd naar alle ‘Healthcare Employers’ van de Verenigde Staten (ca. 500.000 personen) door the Department of Labor/ Department of Health and Human Services. Hierin wordt meegedeeld dat de werkgevers verplicht worden gesteld de richtlijnen van de Centers of Disease Control (CDC) te volgen. The Occupational Safety and Health Administration (OSHA) van the U.S. Department of Labor zal gaan controleren of deze maatregelen voldoende worden uitgevoerd, en zal in geval van in gebreke blijven van het ziekenhuis boetes uitdelen.3 Ook the Massachusetts General Hospital heeft gevolg gegeven aan deze maatregel en is er een programma begonnen om ‘the universal precaution techniques’ uit te voeren, zoals die door de CDC worden voorgeschreven.4 Met ingang van 1 maart 1988 is het programma daar officieel geworden: alle patiënten worden als potentieel infectieus behandeld, labelsystemen zijn afgeschaft met uitzondering van patiënten met ‘immunocompromised host and respiratory precautions’. Daar waar bloed- of lichaamsvloeistofcontact kan ontstaan, moeten beschermende barrières, zoals handschoenen, brillen, plastic overschorten, impermeabele maskers en naaldcontainers aanwezig zijn.

Hoewel de nieuwe methode van werken in eerste instantie rigoureus en overdreven lijkt, zijn de voordelen naar mijn mening groter dan de nadelen:

– De fout-negatieve HIV-test leidt niet meer tot het behandelen van de patiënt als ware hij niet infectieus.

– Door het afschaffen van het labellingssysteem moet niet gemarkeerd materiaal nu ook daadwerkelijk als mogelijk infectieus behandeld worden.

– Hulpverleners worden gedwongen voorzichtig te werken, dus bloed- of lichaamsvloeistof-contact en prik/snij-accidenten bij zichzelf en anderen te voorkomen: een situatie waarbij niet alleen zijzelf maar ook hun collega's baat zullen hebben. Ik realiseer me dat de prevalentie van HIV-infectie momenteel in Nederland veel lager is dan in de V.S. en dat het beroepsrisico sterk afhankelijk is van de specifieke beroepssituatie en van de mate waarin HIV voorkomt bij de patiënten met wie men te maken heeft.5 Toch hoop ik dat de ziekenhuizen in Nederland spoedig tot een consensus met betrekking tot dit onderwerp komen en dat er niet, zoals in de V.S. wel is gebeurd, zal worden gewacht op ongelukken en overheidsingrijpen voordat we veiliger gaan werken.

N.G. Breeuwsma
Literatuur
  1. Gezondheidsraad. De zorg voor patiënten met AIDS en andere ziekteverschijnselen als gevolg van infectie met het humaan-immunodeficiëntie virus. 's-Gravenhage: Gezondheidsraad, 1987: 30.

  2. The Commonwealth of Massachusetts. An act providing for the confidentiality of HTLV-III tests. Massachusetts: The‘ Commonwealth of Massachusetts, 1986.

  3. Department of Labor. Joint Advisory Notice, Department of Labor/ Department of Health and Human Services; HBV/HIV (Notice in Federal Register, Part II.) 1987.

  4. Centers for Disease Control. Recommendations for prevention of HIV transmission in health-care settings. MMWR 1987; 36: 1S-18s.

  5. Houweling H, Coutinho RA. Is AIDS een beroepsrisico voor de (para)medische beroepsgroepen? [LITREF JAARGANG="1987" PAGINA="2183-6"]Ned Tijdschr Geneeskd 1987; 131: 2183-6.[/LITREF]

  6. Breeuwsma NG. Prevention of transmission of infectious diseases and the human immunodeficiency virus in particular in health care settings in the Netherlands and the USA. Groningen, 1988. Verslag zesdejaars-keuzeproject.