Screening op aneurysma aortae abdominalis

H.J.C.M.
Pleumeekers

Rotterdam, juni 1989,

Met instemming hebben wij kennis genomen van het commentaar van collega Van Vroonhoven (1989;1061-2). Bij zijn conclusie dat screening op het aneurysma aortae abdominalis bij mannen van 65-75 jaar zinvol is, willen wij echter de volgende kanttekeningen plaatsen.

Bij de keuze om alleen mannen voor screening in aanmerking te laten komen, moet opgemerkt worden dat de incidentie voor mannen ‘slechts’ 2 tot 4 maal zo hoog is als voor vrouwen.1 Verder valt op dat er sinds 1978 vooral in de jongere leeftijdsgroepen een flinke toename van de incidentie van het aneurysma aortae abdominalis bij vrouwen is gemeten.23 Uit onderzoek van Lee et al. blijkt dat slechts 50% van 217 patiënten met een aangetoond aneurysma, zich in de leeftijdscategorie 61-70 jaar bevindt.4 Gegevens over de prevalentie van het aneurysma van de buikaorta bij personen met verhoogde bloeddruk of hart-en vaatziekten wijzen op een verhoogd risico in deze groepen, al zijn de bevindingen in het geval van hypertensie niet geheel reproduceerbaar gebleken.5 Potentiële risicofactoren, zoals roken, CARA, belaste familie-anamnese, of adipositas, zijn echter nog nauwelijks onderzocht. Toch zouden ze een bijdrage kunnen leveren aan de primaire en secundaire preventie van het aneurysma aortae abdominalis. Verder is er van het natuurlijke beloop nog te weinig bekend, om zonder meer elke patiënt met een aneurysma te opereren. Uit obductie- en vervolgstudies blijkt dat tussen de 50 en 70% van de patiënten hieraan daadwerkelijk zal overlijden.67 Alhoewel dit risico hoog is, zou het toch wenselijk zijn om meer inzicht te krijgen in de vraag welke personen dit risico lopen. In dit opzicht geeft onderzoek van Cronenwett et al. te denken, waar op grond van hypertensie en CARA het ontstaan van een ruptuur valt te voorspellen.8

Wij vragen ons af of opsporing en geprotocoleerde follow-up van patiënten met een aneurysma van de buikaorta niet tot de mogelijkheden van de huisarts zouden moeten behoren.

Binnenkort gaat het ERGO(Erasmus Rotterdam Gezondheid en Ouderen)-onderzoek van start. Bij 10.000 personen van 55 jaar en ouder wordt o.a. het vóórkomen van het aneurysma aortae abdominalis nagegaan en bepaalde risicofactoren ervoor opgespoord. Misschien dat dan verschillende vragen rond screening beantwoord kunnen worden.

Concluderend kunnen wij zeggen dat het aneurysma van de buikaorta een probleem is dat zeker meer aandacht verdient en gezien de toename in incidentie ook meer aandacht zal vragen.

Een oproep tot massale screening lijkt ons nog prematuur, gezien de beperkte gegevens op het gebied van prevalentie, risicofactoren en natuurlijk beloop. Zolang niet meer zekerheid op deze gebieden is verkregen, zouden wij de medicus practicus willen adviseren om bij het onderzoek van de buik de diagnose aneurysma vaker in zijn overwegingen te betrekken. Immers 35% van de aneurysma's in het screeningsonderzoek van Collin et al. was door middel van palpatie van de buik op te sporen.9 Wij willen ons dan ook aansluiten bij de woorden van Cooley:10 ‘Grease the wheel that squeaks!’

H.J.C.M. Pleumeekers
E. van der Does
D.E. Grobbee
Literatuur
  1. Bickerstaff LK, Hollier LH, Peenen HJ van, Melton III LJ, Pairolero PC, Cherry KJ. Abdominal aortic aneurysms: the changing natural history. J Vasc Surg 1984; 1: 6-12.

  2. Fowkes FGR, Macintyre CCA, Rucley CV. Increasing incidence of aortic aneurysms in England and Wales. Br Med J 1989; 298: 33-5.

  3. Castleden WM. Abdominal aortic aneurysms in western Australia: descriptive epidemiology and patterns of rupture. Br J Surg 1980; 72: 109-12.

  4. Lee KR, Walss WJ, Martin NL, Templeton AW. A practical approach to the diagnosis of abdominal aortic aneurysms. Surgery 1975; 78: 195-201.

  5. Twomey A, Twomey E, Wilkens RA, Lewis JD. Unrecognized aneurysmal disease in male hypertensive patients. Br J Surg 1984; 71: 307-8.

  6. Turk KA. The post-mortem incidence of abdominal aortic aneurysm. Proc Roy Soc Med 1965; 58: 869-70.

  7. Estes Jr JE. Abdominal aortic aneurysms: a study of one hundred and two cases. Circulation 1950; ii: 258-64.

  8. Cronenwett JL, Murphy TF, Zelenoch GB, et al. Actuarial analysis of variables associated with rupture of small abdominal aortic aneurysms. Surgery 1985; 98: 472-83.

  9. Collin J, Walton J, Aranjo L, Lindsell D. Oxford screening programme for abdominal aortic aneurysm in men aged 65-74 years. Lancet 1988; ii: 613-5.

  10. Cooley DA, Carmichael MJ. Abdominal aortic aneurysm. Circulation 1984 (suppl I); 70: 5-6.