Thuiszorg voor terminale patiënten met kanker

W.S.C.J.M.
van der Pol

Delft, juni 1989,

De reactie van Van Weel op de ingezonden brief van de apotheker Peeters-Udding op diens artikel (1989;625-7) vraagt om een wederwoord.

Ik wil niet inhoudelijk reageren op de thuiszorg, maar meer naar aanleiding van de reactie van Van Weel. De opmerkingen die hij ‘onverlet’ maakt, zijn nogal bits en belerend van toonzetting. Zo merkt hij op dat samenwerking een middel is en een ad hoc karakter heeft. Veel prettiger was geweest wanneer hij gezegd had dat samenwerking een voorwaarde is en een blijvend karakter dient te hebben. Samenwerking is een wisselwerking met een duidelijke plaatsbepaling van de arts en apotheker. Apotheker Peeters-Udding maakt gewag van haar juiste plaats; haar uitgestoken hand wordt niet prettig aangenomen door Van Weel: een onjuiste presentatie, vind ik, die hij bij de apothekers nou zo vaak lijkt aan te treffen.

W.S.C.J.M. van der Pol