Het testen op HIV-infectie in de cardiologie

F.L.
Meijler

Utrecht, oktober 1988,

In mijn brief aan de redactie, waarnaar de heer Lemmen verwijst, heb ik, naar aanleiding van een uitvoerige discussie in de Wetenschappelijke Raad van het Interuniversitair Cardiologisch Instituut Nederland, waarvan alle Nederlandse hoogleraren in de cardiologie lid zijn, het tot mijn taak gerekend te wijzen op mogelijke risico's die hulpverleners in hartcatheterisatiekamers, op hartbewakingsafdeligen en in cardiochirurgische operatiekamers lopen bij de behandeling van patiënten met een mogelijke positieve HIV-test. Dat risico is wellicht gering, maar ontegenzeglijk aanwezig en het lijkt gewenst in het belang van de patiënt en de hulpverleners te weten, of er kans op besmetting bestaat. Het staat de heer Lemmen vrij dit standpunt overdreven te achten, maar het wordt vermoeiend naar het onzinnige argument van het HIV-positieve stigma te moeten luisteren. Zo lang het beroepsgeheim in de geneeskunde nog geldt, is er geen reden te vrezen dat – ongeoorloofde loslippigheid voorbehouden – de uitslag van de HIV-test naar buiten komt. Zoals ik reeds bij herhaling heb betoogd, heeft de HIV-test geen andere betekenis of waarde dan elk ander medisch onderzoek, dat een ongewenste diagnose van een ziekte met een ongunstige prognose aan het licht kan brengen. Een positieve cervixuitstrijk, een beginnend coloncarcinoom, een pathologisch wit-bloedbeeld, een abnormaal ECG geven alle problemen bij keuringen en verstoren de geestelijke en sociale homeostase van de betrokken patiënt. De ziekten zijn alleen niet besmettelijk.

Het valt inderdaad te vrezen dat de overdreven (!) omzichtigheid met de HIV-test voortkomt uit de taboesfeer van de homoseksualiteit en het drugsgebruik. Medisch gezien is het een slechte zaak dat de ziekte AIDS en zelfs de HIV-test met een zelfde taboe zijn omgeven. Naar behoren functionerende en fatsoenlijke hulpverleners in de gezondheidszorg doen hun patiënten geen bel om. Dit en dergelijke argumenten in de discussie rond de wenselijkheid van de HIV-test zijn niet alleen misleidend, ze zijn ook schadelijk, vooral voor de (potentiële) AIDS-patiënten. Wat niet weet, deert wel degelijk in de geneeskunde. En bij besmettelijke ziekten, ongeacht de wijze van transmissie, geldt dit niet alleen de patiënt, maar ook zijn (of haar) omgeving.

F.L. Meijler