Ervaringen met colonoscopie

G.H.
Ritsema

Rotterdam, december 1985,

Met veel interesse heb ik het artikel van collega Brouwer (1985;2266-9) gelezen. Het betreft hier geen vergelijkend wetenschappelijk onderzoek, maar een mededeling van de ervaringen van een colonoscopist. De auteur stapt nogal gemakkelijk over de complicaties heen (6 van de 435 scopieën waarvan 3 perforaties). Het röntgenonderzoek van het colon geeft duidelijk minder problemen: 0,02-0,04%.1

Brouwer stelt in de literatuur aanwijzingen te mogen zien dat de diagnostische betrouwbaarheid van de scopie gunstig afsteekt tegen die van het röntgenonderzoek. Hij deelt echter ook mee dat wij terughoudend moeten zijn met vergelijkingen tussen niet-identieke groepen en dat ook bij scopie poliepen gemist worden. Bovendien meldt hij dat de betrouwbaarheid van het (röntgenologisch) onderzoek sterk varieert en dat aan de darmreiniging alle aandacht moet worden besteed. Ik zou willen zeggen: uiteraard.23 Wellicht had de auteur kunnen aantonen dat scopie betrouwbaarder is dan dubbelcontraströntgenonderzoek als hij een vergelijkend onderzoek had gedaan met een radiodiagnost.

Wordt er op een röntgenfoto van een dikke darm een poliep gezien, dan is colonoscopie aangewezen voor de noodzakelijke polipectomie. Waarom dan niet uitsluitend een scopie gedaan? De radiodiagnost kan alleen een rol in het colononderzoek blijven vervullen indien hij waarmaakt dat de combinatie van röntgen- en endoscopisch onderzoek een hogere diagnostische betrouwbaarheid heeft dan elk onderzoek afzonderlijk. Er is in een vergelijkend onderzoek reeds aangetoond dat de 2 methoden elkaar aanvullen.4 Wanneer zonder röntgenonderzoek een colonoscopie gedaan wordt, dan worden er afwijkingen gemist; met name langgesteelde poliepen en afwijkingen aan de orale zijde van haustra kunnen gemakkelijk over het hoofd gezien worden.

Conclusie: er moet niet primair en alleen een colonoscopie gedaan worden, röntgenonderzoek van het colon blijft nodig.

G.H. Ritsema
Literatuur
  1. Croiset van Uchelen FAAM, Bendel CJA, Nadorp JMSM, Bast TJ. Perforaties van de dikke darm en intravasatie met bariumsulfaat tijdens röntgenonderzoek. [LITREF JAARGANG="1978" PAGINA="1905-9"]Ned Tijdschr Geneeskd 1978; 122: 1905-9.[/LITREF]

  2. Ritsema GH. Colonreiniging; een vergelijkend onderzoek. [LITREF JAARGANG="1983" PAGINA="144-7"]Ned Tijdschr Geneeskd 1983; 127: 144-7.[/LITREF]

  3. Ritsema GH, Eilers G. Colonreiniging met bisacodyl en magnesiumsulfaat. [LITREF JAARGANG="1984" PAGINA="1127-30"]Ned Tijdschr Geneeskd 1984; 128: 1127-30.[/LITREF]

  4. Thoeni RF, Menuck L. Comparison of barium enema and colonoscopy in the detection of small colonic polyps. Radiology 1977; 124: 631-5.