Ongewenste reacties op lokale anaesthetica en de behandeling daarvan

H.E.M.
Kerkkamp

Nijmegen, december 1985,

Naar aanleiding van het commentaar van collega Van Beek zou ik het volgende willen opmerken. De behandeling van een anafylactische reactie met calciumgluconaat lijkt niet zinvol. Gezien de ernst is het nodig om een middel te gebruiken dat direct werkzaam is en bedreigende circulatoire en respiratoire verschijnselen behandelt. Het middel van eerste keus is adrenaline.1 Zuiver theoretisch beschouwd is het toedienen van calcium gecontra-indiceerd, daar voor de release van mediatoren uit de mest- en basofiele cellen calciumionen noodzakelijk zijn.2 Een laag serumcalciumgehalte vermindert de release van de mediatoren uit de mest- en basofiele cellen.3

De door collega Van Beek beschreven patiënten hebben waarschijnlijk geen type 1-allergische reactie doorgemaakt. Bij injectie van serum ziet men vaak de zogenaamde serumziekte, welke tot het type III (complex-mediated) behoort. Bij de laatste patiënt die beschreven wordt, zijn geen oorzakelijke factoren (antigenen) aan te wijzen, hoewel hier toch sprake is van een door histamine veroorzaakte reactie. Een mogelijke verklaring voor het gunstige effect na toediening van calciumgluconaat bij de beschreven patiënten zou wellicht te maken hebben met het feit dat bij een acute stijging van het serumcalciumgehalte de concentraties van de hormonen aldosteron en cortisol en van de neurotransmitter ACTH in het serum verhoogd worden.4

De frequentie van de type 1-reactie (anafylaxie) bij gebruik van lokale anaesthetica van het amide-type is uiterst zeldzaam; in de literatuur worden geen exacte cijfers gegeven. De allergische reacties met het ester-type komen aanzienlijk meer voor. Slechts 1% van alle reacties bij het gebruik van lokale anaesthetica zijn allergisch, waarvan 80 tot 90% van het type IV.5 Gebruik van lokale anaesthetica is derhalve verantwoord, mits men de maximale doseringen niet overschrijdt. Wel moet men altijd beseffen dat een anafylactische reactie kan optreden, waarvoor men de therapeutische farmaca beschikbaar moet hebben.

H.E.M. Kerkkamp
Literatuur
  1. Fath JJ, Cerra FB. The therapy of anaphylactic shock. Drug Intell Clin Pharm 1984; 18: 14-21.

  2. Bowman WC, Rand MJ. Textbook of pharmacology, 2e ed. Oxford: Blackwell, 1980: 24-30.

  3. Kaliner M, Wasserman SI, Austen KF. Immunologic release of chemical mediators from human nasal polyps. N Engl J Med 1973; 289: 277-81.

  4. Issac R, Raymond JP, Rainfray M, Ardaillou R. Effects of an acute calcium load on plasma ACTH, cortisol, aldosterone and renine activity in man. Acta Endocrinol 1984; 105: 251-7.

  5. Adriani J, Zepernick R. Allergic reactions to local anesthetics. South Med J 1981; 74: 694-9.