Gevolgen van de vooruitgang

P.W.
Westerhof

Utrecht, januari 1986,

Mocht in de klinische les, ten onrechte, de indruk zijn gewekt dat een infectieuze endocarditis slechts bij mechanische klepprothesen voor zou komen, dan ben ik collega De Bruin dankbaar voor zijn toevoeging. Het is inderdaad zo dat bij bioprothesen waarschijnlijk dezelfde kans op een infectieuze endocarditis bestaat als bij andere klepprothesen. Een klein voordeel is echter, zoals collega De Bruin al aangeeft, dat de infectie zich dan meestal op de cuspis bevindt en niet aan de klepring. Belangrijke loslating van de klep komt daardoor minder vaak voor en het betreft meestal destructie van de klep en (of), zoals wij ook hebben waargenomen, afsluiting van het ostium door de infectie. Dit laatste geeft meestal symptomen die meer vergelijkbaar zijn met infectie van eigen kleppen, zodat in het algemeen wat minder ernstige hemodynamische problemen ontstaan.

P.W. Westerhof