Geneeskunde, dienares der barmhartigheid

F.A.E.
Nabben

's-Hertogenbosch, januari 1989,

In de discussie over de ethische aspecten welke de klinische les van Molenaar et al. over het kind met het syndroom van Down met duodenumatresie opriepen, trof mij het meest de stelling in het verweer van de auteurs dat ‘de waarde van een mensenleven wordt bepaald door wat anderen het waard vinden’. Dit nu lijkt de basis waarop hun ethisch bouwwerk is opgetrokken.

De vraag dringt zich op wat hier bedoeld wordt met ‘de anderen’. Niet bedoeld zal zijn de dokter of de ouders in het individuele geval neem ik aan. Veeleer zal men bedoelen: de samenleving. Of aan de samenleving de waarde van het menselijk leven mag worden toevertrouwd, is op grond van onze ervaringen uit het verleden en uit het heden op zijn minst twijfelachtig. Wanneer de intrinsieke waarde van het menselijk leven wordt ontkend, gaan we naar ik vrees nog barre tijden tegemoet.

F.A.E. Nabben