In het artikel van collega Offerhaus (1986;1827-9) wordt een overzicht gegeven van de gastro-intestinale bijwerkingen van antirheumatica. In het bijzonder wordt gewezen op het risico van deze farmaca bij patiënten van 65 jaar en ouder. Ook ketoprofen (Orudis) komt hierbij ter sprake evenals piroxicam, naproxen en indometacine. Maag-darmbloedingen en -perforaties zouden bij gebruik van deze geneesmiddelen vaker voorkomen c.q. ernstiger zijn dan bij andere. Wij moeten aannemen dat de zinsnede over ketoprofen met name gebaseerd is op het artikel van O'Brien et al.1 Juist dit artikel is in hetzelfde tijdschrift reeds becommentarieerd.2 De inhoud van het commentaar betrof de wijze waarop het onderzoek had plaatsgevonden en vernoemt andere data waaruit blijkt dat ketoprofen juist relatief veilig is aangaande maag-darmbijwerkingen. O'Brien et al. bedienden zich van een retrospecief onderzoek dat tevens plaatsvond als bijprodukt van een andere studie, waardoor de grondslagen zeker niet optimaal kunnen worden genoemd. Het geneesmiddelengebruik vóór het ketoprofengebruik is onbekend en kan uiteraard duidelijk aan de voornoemde bijwerkingen hebben bijgedragen. Bovendien kent een retrospectief onderzoek zijn beperkingen: geen controlegroep en een klein aantal patiënten. Tevens was het voorschrijven van ketoprofen in het onderzoeksgebied bijna driemaal zo hoog als het cijfer waar deze auteurs van uitgingen. Deze omissie is te verklaren, omdat zij geen precieze prescriptiegegevens van hun gebied kenden.
Uit de 13 jaar ervaring met ketoprofen en uit vele andere data, waaronder het bijwerkingenprofiel van het Committee on Safety of Medicines blijkt dat deze stof juist relatief minder (ernstige) maag-darmafwijkingen kent dan veel andere antirheumatica.3-5 Overigens onderschrijven wij wel de stelling van Offerhaus, dat men zo goed mogelijk moet doseren bij een zo scherp mogelijk gestelde indicatie om het risico van bijwerkingen zo veel mogelijk te beperken.
De verwijzing naar ketoprofen heeft inderdaad betrekking op het geciteerde onderzoek uit Romford en omgeving. De kritiek van de zijde van Rhône-Poulenc (Br Med J 1986; 292: 1462) – verschenen na acceptatie van mijn artikel door de redactie van het Tijdschrift – lijkt steekhoudend te zijn; tevens wordt er echter de nadruk op gelegd dat de onderzoekers niet op de hoogte waren van de hoge lokale omzet van ketoprofen, en dat mede daarom hun incidentieschattingen onjuist waren. De zwakte van het argument ligt echter bij de industrie, die uit commerciële overwegingen de omzetcijfers van geneesmiddelen in het algemeen zorgvuldig geheim pleegt te houden. Dat ketoprofen overigens, evenals vele verwante NSAID's, bepaald niet zonder bijwerkingen op het maag-darmslijmvlies is, is uitgevoerig gedocumenteerd;1-4 het profiel lijkt in de buurt van dat van naproxen en van hoge doseringen ibuprofen te liggen, doch is beter dan dat van acetylsalicylzuur in antireumatische doseringen.3
E.F.M. Mulder
H. Pieterse,
L. Offerhaus
Literatuur
O'Brien JD, Burnham WR. Bleeding from peptic ulcersand use of non-steroidal anti-inflammatory drugs in the Romford area. Br MedJ 1985; 291: 1609-10.
Auriche MJ, Teule M. Bleeding from peptic ulcers and useof non-steroidal anti-inflammatory drugs. (Ingezonden) Br Med J 1986; 292:1462.
Anonymus. Committee on Safety of Medicines Update:Non-steroidal anti-inflammatory drugs and serious gastrointestinal adversereactions. Br Med J 1986; 292: 1190-1.
Anonymus. Committee on Safety of Medicines Update:Non-steroidal anti-inflammatory drugs and serious gastrointestinal adversereactions. Br Med J 1986; 292: 614-5.
Nieuwe antirheumatica in oude magen
In het artikel van collega Offerhaus (1986;1827-9) wordt een overzicht gegeven van de gastro-intestinale bijwerkingen van antirheumatica. In het bijzonder wordt gewezen op het risico van deze farmaca bij patiënten van 65 jaar en ouder. Ook ketoprofen (Orudis) komt hierbij ter sprake evenals piroxicam, naproxen en indometacine. Maag-darmbloedingen en -perforaties zouden bij gebruik van deze geneesmiddelen vaker voorkomen c.q. ernstiger zijn dan bij andere. Wij moeten aannemen dat de zinsnede over ketoprofen met name gebaseerd is op het artikel van O'Brien et al.1 Juist dit artikel is in hetzelfde tijdschrift reeds becommentarieerd.2 De inhoud van het commentaar betrof de wijze waarop het onderzoek had plaatsgevonden en vernoemt andere data waaruit blijkt dat ketoprofen juist relatief veilig is aangaande maag-darmbijwerkingen. O'Brien et al. bedienden zich van een retrospecief onderzoek dat tevens plaatsvond als bijprodukt van een andere studie, waardoor de grondslagen zeker niet optimaal kunnen worden genoemd. Het geneesmiddelengebruik vóór het ketoprofengebruik is onbekend en kan uiteraard duidelijk aan de voornoemde bijwerkingen hebben bijgedragen. Bovendien kent een retrospectief onderzoek zijn beperkingen: geen controlegroep en een klein aantal patiënten. Tevens was het voorschrijven van ketoprofen in het onderzoeksgebied bijna driemaal zo hoog als het cijfer waar deze auteurs van uitgingen. Deze omissie is te verklaren, omdat zij geen precieze prescriptiegegevens van hun gebied kenden.
Uit de 13 jaar ervaring met ketoprofen en uit vele andere data, waaronder het bijwerkingenprofiel van het Committee on Safety of Medicines blijkt dat deze stof juist relatief minder (ernstige) maag-darmafwijkingen kent dan veel andere antirheumatica.3-5 Overigens onderschrijven wij wel de stelling van Offerhaus, dat men zo goed mogelijk moet doseren bij een zo scherp mogelijk gestelde indicatie om het risico van bijwerkingen zo veel mogelijk te beperken.
De verwijzing naar ketoprofen heeft inderdaad betrekking op het geciteerde onderzoek uit Romford en omgeving. De kritiek van de zijde van Rhône-Poulenc (Br Med J 1986; 292: 1462) – verschenen na acceptatie van mijn artikel door de redactie van het Tijdschrift – lijkt steekhoudend te zijn; tevens wordt er echter de nadruk op gelegd dat de onderzoekers niet op de hoogte waren van de hoge lokale omzet van ketoprofen, en dat mede daarom hun incidentieschattingen onjuist waren. De zwakte van het argument ligt echter bij de industrie, die uit commerciële overwegingen de omzetcijfers van geneesmiddelen in het algemeen zorgvuldig geheim pleegt te houden. Dat ketoprofen overigens, evenals vele verwante NSAID's, bepaald niet zonder bijwerkingen op het maag-darmslijmvlies is, is uitgevoerig gedocumenteerd;1-4 het profiel lijkt in de buurt van dat van naproxen en van hoge doseringen ibuprofen te liggen, doch is beter dan dat van acetylsalicylzuur in antireumatische doseringen.3
O'Brien JD, Burnham WR. Bleeding from peptic ulcersand use of non-steroidal anti-inflammatory drugs in the Romford area. Br MedJ 1985; 291: 1609-10.
Auriche MJ, Teule M. Bleeding from peptic ulcers and useof non-steroidal anti-inflammatory drugs. (Ingezonden) Br Med J 1986; 292:1462.
Anonymus. Committee on Safety of Medicines Update:Non-steroidal anti-inflammatory drugs and serious gastrointestinal adversereactions. Br Med J 1986; 292: 1190-1.
Anonymus. Committee on Safety of Medicines Update:Non-steroidal anti-inflammatory drugs and serious gastrointestinal adversereactions. Br Med J 1986; 292: 614-5.
Bijlsma JWJ, Houben HML, Riel PLCM van. Ketoprofen: Weereen nieuw NSAID? TGOJDR 1985; 10: 996-9.
Vrhovac B. Anti-inflammatory analgesics and drugs usedin gout. In: Dukes MNG, ed. Meyler's side effects of drugs X. Amsterdam:Elsevier, 1984.
Anonymus. Ketoprofen. Med Letter Drugs Therap 1986; 28:61-2.
Kantor TG. Ketoprofen: A review of its pharmacologic andclinical properties. Pharmacotherapy 1986; 6: 93-103.
Willoughby JMT. The alimentary system. In: d'ArcyPF, Griffin JP, eds. Iatrogenic diseases. 3rd ed. Oxford: Oxford UniversityPress, 1986.